Korte verhalen

Zet ook uw verhalen op 1001KorteVerhalen.nl

Heeft u nog geen account? Meld u gratis aan!

Print dit gedicht

mijn plek, mijn voetbalveld

Felle lichten, het modderige gras. Ik had zin om te voetballen. Thuis was ik behoorlijk chagrijnig en tijdens de training kan ik lekker afreageren. Vrij vrolijk liep ik als eerste van mijn team naar het veld. Wachtend op de anderen. Mijn gezicht werd wit toen ik een paar kinderen zag aankomen. Ik had geen zin meer in de training. Gijs, Jeroen, Daan en Niels renden achter Michel aan, waarschijnlijk om hem in elkaar te slaan. Er was veel gebeurt de laatste tijd. Misschien kwam het door Michel, misschien door de rest van mijn team, dat weet ik niet. Maar toen we te horen kregen dat ook Michel in ons team kwam, kwamen de problemen. Michel was namelijk wat anders dan de rest, en bovendien was hij de jongste, als enige voor Ajax en kon niet heel goed voetballen. De anderen gingen hem pesten, in het beging een beetje, maar het werd steeds erger. Hoe goed de trainers ook hun best deden tegen het pesten, het hielp niks. Het was iets tussen Michel en de rest. En ik er tussen in.
Eerst was het iets wat alleen tijdens voetbal gebeurde, maar nu gebeurt het ook als hij gewoon naar huis gaat, de supermarkt in loopt, of gaat buiten spelen. Overals dus, waar ook maar iemand van het team tegen komt. Van kwaad tot erger.
Opeens stopte Gijs, Jeroen, Daan en Niels met rennen, ik vroeg me af waarom. Misschien omdat ik er stond, of hadden ze geen zin meer. Wat ik ook bedacht, ik kon er niet op komen. Totdat ik de rest van mijn team aan zag komen, en Gijs, Jeroen, Daan en niels er snel naar toe zag rennen en even later druk aan het smoezen zag. Toen begreep ik dat mijn team met z’n allen achter Michel aan gingen. Michel begreep het ook, en liep bang en afwachtend naar de andere kant van het veld. Jorik liep toen op mij af, en vroeg of ik mee wou rennen, want zei hij: jij bent snel. Ik keek hem recht aan en zei: nee. Een jongen riep dat ik voor hem op ging nemen. En ik zei: nee, ik neem het niet voor hem op, alleen wil ik eerlijk winnen. Met z’n alle tegen een is niet eerlijk. Als je dan wint, ben je altijd de verliezer. En dat wil ik niet. Jorik keek verbaast en toen gaf hij het teken dat het team moest gaan rennen, achter Michel aan. Maar Michel was er op bedacht en ging als een speer het donkere bos in. Richting de weg. Er bonkte een stem in mijn hoofd “ Ik wil dit niet zien, ik wil weg. Ik wil niet zien hoe vroeger weer opnieuw begint, alleen dan anders, waar ik zo bang voor was”. Maar ik bleef staan. Mijn benen wilden niet rennen. Ik kon alleen maar met mijn kiezen op elkaar luisteren naar wat de andere allemaal riepen: hé Michel, sta je ook bij je vrienden net zoals wij. Ter wel hij helemaal alleen stond, net zoals ik. Waar ik op dat moment heel blij mee was. En ook: ik weet een nieuw scheld woord: Michel. Niet meer schelden hoor, het is een ernstig ziekte ! Jorik riep rond dat hij van weekeind hem in elkaar had geslagen, met 2 andere. Natuurlijk met andere, dacht ik, want alleen durft hij niks. Ik moest moeite doen om niet te gaan huilen, het leek zo op vroeger. Het leek alsof, waar ik zo bang voor was, ging gebeuren. Onder tussen was er nog steeds die stem : “ Ik wil dit niet horen, ik wil weg “. Maar toen iemand riep dat Michel naar de openbaren weg rende, en zelfmoord ging plegen, veranderde die stem, ze weten niet wat ze zeggen, bonkte het nu. Mijn benen begonnen opeens te rennen, keihard naar de kleedkamer, een eindje verder op. Alles wat mijn team had gezegd, al die zinnen, hoorde ik wel 5 keer achter elkaar. En ondertussen dacht ik : ik hoop dat het gaat regenen, stortregen. Dat is namelijk het fijnst. Hard weg rennen, in de stromende regen. In de war van alle gevoelens. Ook dacht ik dat het eindeloos duurde, het rennen, maar in het echt duurde het maar heel even. Ik had nog nooit zo hard gerend. Ik was bij de kleedkamers gekomen. En mijn trainers, Jak en Han stonden daar. Han vroeg: moet je bij de kleedkamer ? Die is namelijk op slot, er is laats iets gestolen. Nee, zei ik, ik hoef niet bij de kleedkamer. Han keek verbaas. Natuurlijk kijkt hij verbaast dacht ik, wat kom ik hier anders doen. Ik liep om de hoek naar de andere kant van het gebouw. Ik ademde een paar keer diep door mijn neus, ik kon weer een beetje nadenken. Ik moet terug, want anders komt Han me wel halen, en dat wil ik al helemaal niet. Ik liep terug, naar mijn trainers. En ik zei : “ ik was wat vergeten “, en toen rende ik weer terug naar het veld. De hele training dacht ik na, de hele training was verpest. De hele training zag ik niet waar de bal was, en waar mijn teamgenoten stonden. Ik zag alleen Michel die bang was terug gekomen, om te gaan trainen.

Toevoegen aan favorieten

Ingezonden door

Verwijderde gebruiker

Geplaatst op

01-04-2013

Over dit verhaal

het voetbalveld is nog steeds mijn plek. ik kwam er als baby al, maar toen dit verhaal gebeurde voelde ik me er voor het eerst niet thuis

Geef uw waardering

Er is 5 keer gestemd.

Social Media

Tags

Voetbal Voetbalveld

Reacties op ‘mijn plek, mijn voetbalveld’

Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit verhaal, een reactie plaatsen kan hieronder!

Reageren

We gebruiken uw gegevens alleen om te reageren op uw bericht. Meer info leest u in onze Privacy & Cookie Policy.

Wilt u direct kunnen reageren zonder elke keer naam en e-mailadres in te voeren? Meld u hier aan voor een account!



Merknamen en domeinnamen eigendom van Internet Ventures Ltd - website via licentie in beheer door Volo Media Ltd