Korte verhalen

Zet ook uw verhalen op 1001KorteVerhalen.nl

Heeft u nog geen account? Meld u gratis aan!

Print dit gedicht

kennis is vrijheid

Kennis is vrijheid


Opeens lag hij daar. Zomaar eigenlijk zonder dat iemand er erg in had.
Niemand kende hem, ondanks dat de school bij een klein dorp was gelegen, waar iedereen elkaar kende en iedereen elkaar groette. De mensen van het dorp hadden hem nooit gezien, anders hadden ze dat wel onthouden, gelet op het speciale uiterlijk dat hij bezat.
Hij lag bij de ingang van de oprijlaan naar de school, een hogeschool, die was gehuisvest in een oud doch statig landhuisachtig gebouw. Toch studeerden daar zo’n tweeduizend studenten in allerlei politieke vakrichtingen, die een democratie maar had kunnen bedenken. Dagelijks passeerden zij deze ingang, zo ook de hoogleraren en de vele gastsprekers, veelal politici en oud-politici. Ze hadden hem allemaal vast en zeker wel zien liggen, want hij lag voor iedereen duidelijk zichtbaar in het hoge gras voor de fraai gemetselde rechter zuil.
De oprijlaan naar de school werd bij de ingang geklemd tussen twee bakstenen zuilen, die voorzien waren van een prachtige cementen hoed. Op beide zuilen stond een naam, meer een woord eigenlijk.
Op de linker zuil stond “kennis” en op de rechter stond “vrijheid”. Als de smeedijzeren hekken ’s avonds om elf uur zich sloten stond in het midden een bordje waarop het woordje “is” te lezen was.
“Kennis is Vrijheid” was dus het motto van deze hogeschool, waar uitsluitend gestudeerd kon worden na een afgeronde universitaire studie en minimaal vijf jaar ervaring in enige politieke richting.
Dan nog was het moeilijk om er tussen te komen. De meeste van de studenten, die dus allemaal zo rondom de dertig waren, hadden dan ook relaties of familieleden, die van enige politieke betekenis waren of waren geweest.
Hij lag in een houding, waarbij je je afvroeg of hij nu lag te slapen of dat hij dood was. Mijn eerste reactie was de laatste veronderstelling. Dat deed mij afstappen van mijn fiets, die ik tegen de zijkant van “Kennis” zette. Ongeveer dertig centimeter achter zijn hoofd verrees “Vrijheid”.
In het bloeiende gras knielde ik bij hem neer. Het gras geurde als in de zomer van mijn kindertijd toen we met de boerenwagens het hooi van het land gingen halen.
Hij lag stil, onbeweeglijk stil. Zelfs het rijzen en dalen van de buik, wat duidt op enige ademhaling, was niet waar te nemen. Klein was hij en tenger van postuur, maar bovenal was hij bruin. Niet het bruin van de zon, nee, dit was het bruin van een zuidoost Aziaat. Het was zo goed als zeker een Indische of Molukse man van hoge leeftijd. Hij bezat de huidskleur waar iedereen naar streeft als de zomer komt of in de winter onder de lampen. Dat prachtige bruin, waar een blanke kanker van krijgt.
Voorzichtig raakte ik zijn wang aan. Die was normaal warm, nochtans vertoonde zijn gezicht geen enkele reactie op die aanraking. Geen geknipper van een ooglid of het wegdraaien van het hoofd. Alles bleef onbeweeglijk. Zachtjes tikte ik met de volle hand tegen de wang, maar er volgde geen reactie.
“U moet hem met rust laten meneer,” klonk een vrouwenstem achter me met een zwaar Indisch accent.
Ik schrok en haastte mij mijn hand terug te trekken, draaide me om en stond oog in oog met een oude Indische vrouw, eveneens klein van postuur, maar zeker niet tenger.
Ze droeg een vale versleten lange jas, waar omheen een grof touw als ceintuur was geknoopt. Haar zwartgrijze haardos was dik en zwaar. Ze droeg het opgestoken en met lange houten satéprikkers werd het zware kapsel bij elkaar gehouden.
Ze keek mij strak aan, niet vriendelijk, ook niet onvriendelijk maar wel heel doordringend. Zo strak keek ze mij aan, dat ik mijn ogen niet van de hare kon losmaken. Het leek alsof ik in die ogen iets herkende, maar dat ik nog niet thuis kon brengen. Iets van ver weg en ogenschijnlijk geheimzinnig, maar toch ook iets, dat voor mij vertrouwd voelde.
Haar ogen, groot en zwart, leken overtrokken met een laagje wazig fluweel, waar een zachte gloed van af straalde. Naarmate ik haar langer aankeek en in die ogen verdwaalde, leek het of ik steeds duidelijker de diepte van haar ziel te zien kreeg, zonder dat er een woord werd gewisseld. Ik zag meren en de wouden met sacrale plaatsen, waar stilte en ontzag woonden. Ik hoorde geschuifel van duizenden blote voeten over het hete okergele zandpad. Kleine zonverlichte stofwolkjes zag ik van die voeten omhoog dwarrelen. Een eindeloze rij langzaam en eerbiedig voorttrekkende mensen zag ik in haar ogen.
Gebiologeerd staarde ik in haar diepten en plotseling trok er een glimlach over haar gezicht. Ik schrok weer, nu van die glimlach, want het gezicht glimlachte wel, maar in die ogen veranderde niets. Het tafereel bleef zoals het was en zogen mijn ogen vaster en vaster.
Ik kon mij niet meer verroeren en er kwamen geen woorden in mijn mond die ik wilde of kon spreken.
Alleen die schuifelende stoet mensen als een stille optocht van boetedoeners voor een of andere godheid, drong in mijn ogen, drong binnen in mijn hele hoofd.
Er was nog slechts het donkere woud en de oneindige rij stoffige mensen op het zandpad, de hoofden gebogen en de handen ineen op de buik. Ze droegen allemaal dezelfde kleren, kaftans, even geel als het zand dat hun voeten deed opwaaien. Mannen, vrouwen en kinderen liepen daar ogenschijnlijk zonder enige emotie, totdat er één zijn hoofd naar me toedraaide, langzaam alsof het hem pijn deed.
Voor de derde maal schrok ik, nu zelfs zeer hevig want ik voelde hoe de huid op mijn rug verstrakte. Ik wilde wel een stap achteruit doen, maar mijn voeten leken verankerd in de aarde.
Toen ineens zag ik wat ze mij met haar blik probeerde duidelijk te maken. Zomaar ineens, alsof iemand het licht aandeed. Zonder één woord te spreken toonde ze mij iets dat machtiger was dan wat ik tot nu toe in mijn hele leven had gezien.
Tussen die mensensliert liep de kleine tengere oude Indische man, die in werkelijkheid hier voor mij in het gras lag. En door haar ogen heen keek hij naar mij. Het scheen mij toe, dat hij me iets duidelijk wilde maken, maar ik voelde me een pasgeborene die nog nergens weet van heeft.
Hulpeloosheid kwam over me, maar tegelijk ook een heerlijk gevoel van veilige geborgenheid. Een gevoel waar ik me aan wilde overgeven om mezelf te verliezen in de poel van vrede en gerechtigheid.
Zijn handen die elkaar vasthielden voor zijn buik, lieten elkaar los en zijn rechterhand wees langzaam in mijn richting. Zonder het te beseffen voelde ik dat ik met mijn hoofd knikte. Daarna ging de wijsvinger van zijn hand langzaam omhoog en rees boven zijn hoofd uit. Met lichte stotende bewegingen leek de wijsvinger steeds in de lucht te willen prikken.
Geheel in de ban van dit tafereel merkte ik zelfs niet dat de vrouw dichter bij mij was gekomen.
Voor een buitenstaander moet dit een vreemd tafereel geweest zijn, zoals wij volledig gehypnotiseerd elkaar in de ogen stonden te staren.
Traag trok de stoet met de man aan mijn oog voorbij en boog verder op de zandweg rechts het donkere woud in.
Ik probeerde dat woud in te kijken, maar de vrouw liet dat niet toe, want ineens voelde ik haar handen op mijn ogen en even werd alles duister.
Ik voelde hoe ze mij op de mond kuste.
Met gesloten ogen wachtte ik af.
Zodra ik de druk van haar handen niet meer op mijn gezicht voelde en haar lippen de mijne verlieten, opende ik langzaam mijn ogen. De vrouw was er niet meer, maar voor mij lag nog steeds wel de oude man in het gras.
Ik keek naar het woord boven hem op de stenen zuil. “Vrijheid” stond daar.
Ambon, dacht ik, de vrije Molukken.
Toch gestorven voor de vrijheid, dacht ik en voelde me triest worden.
Op dat moment besloot ik niets te doen en hem te laten liggen zoals hij lag, ondanks mijn schuldgevoel.
In het gebouw wachtten studenten op mij en ik spoedde me derwaarts.
Aan het einde van de dag zocht ik mijn weg naar huis. De man lag er niet meer. Na enige aarzeling besloot ik dit verhaal op te schrijven.
Dat was wel het minste wat ik kon doen.

Toevoegen aan favorieten

Ingezonden door

iakon

Geplaatst op

11-07-2015

Over dit verhaal

Opeens lag hij daar....

Geef uw waardering

Er is 7 keer gestemd.

Social Media

Tags

Ambon Politiek Twilight

Reacties op ‘kennis is vrijheid’

  • WOW. Goede genade, wat kan jij schrijven zeg!! Je trok me ademloos mee in deze scene. Dank je Istvan. Irene.

    Irene O. - 04-02-2016 om 11:49

Reageren

We gebruiken uw gegevens alleen om te reageren op uw bericht. Meer info leest u in onze Privacy & Cookie Policy.

Wilt u direct kunnen reageren zonder elke keer naam en e-mailadres in te voeren? Meld u hier aan voor een account!



Merknamen en domeinnamen eigendom van Internet Ventures Ltd - website via licentie in beheer door Volo Media Ltd