Korte verhalen

Zet ook uw verhalen op 1001KorteVerhalen.nl

Heeft u nog geen account? Meld u gratis aan!

Print dit gedicht

Michael

Het was eigenlijk nooit zijn bedoeling geweest om bezig te zijn met een archaische hobby als duivenmelken. Maar Michael had deze verborgen duiventil nou eenmaal gevonden. Het was vroeg in de lente geweest, toen hij in het mooiste gedeelte van het Park achter de kerk, waar een oude magnolia haar eerste bloesems als ode aan het Paradijs de hemel in lieten wijzen, een vervallen bouwwerk had ontwaard. Hij had de dikke, bedoornde rozenstruiken tot bloedens toe opzij geduwd totdat hij voor de deur van het gebouwtje stond. Het halfronde venster boven de stalen deur was rijkelijk versierd met een levensboom uit smeedwerk. 'TERRIBILIS EST LOCUS ISTE' en daaronder in het arabisch ‘Ma arhab haza al makaan’ was in gesmede letters onder de boom te lezen. Dit is een machtige plaats.

Michael was binnengegaan en had in het gebouwtje meteen een wonderlijke serene rust gevonden. Hoewel er geen dak meer op de dakspanten rustte, was de marmeren vloer kraakhelder wit. Er lag geen takje, geen blaadje op de vloer. Geen kruipende parkbewoner liet zich zien. En het was er doodstil.

Hij wist niet waar het besluit om de duiventil te herstellen in oude glorie vandaan kwam, maar het scheen hem als een roeping toe. Iets in hem, had hem gedreven om dagenlang de leitjes te verzamelen die rondom het gebouwtje op de vloer lagen en het dak te repareren. Een huis zonder een dak is geen huis.

Op de Zevende Dag ontvouwde de magnolia haar bloesems tot majestueuze bloemen, die als vogels deinden in de wind. De bloemen kwamen los van de takken en vlogen in witte zwermen steeds kleiner wordende cirkels boven het huisje, om vervolgens neer te strijken op de nok en direct weer op te vliegen. Het was een komen en gaan van ontelbare witte duiven.

Toen de avond viel, zochten de meeste duiven een onderkomen in een van de vele bomen die het Park telde. Enkele honderden bleven onrustig koeren op de nok van de duiventil. Het werd snel donker en de duiven vlogen op van de nok om zich als wanhopig verloren zielen op zoek naarde eeuwigheid tegen de ramen van het gebouwtje te pletter te vliegen. Ze vielen bebloed en als dood neer voor de muren van de til om direct weer op te krabbelen en een nieuwe poging te wagen.Pas toen Michael de ramen van de til had open gezet en de duiven naar binnen konden vliegen, werd het rustig.

Michael had besloten elke dwalende ziel een onderkomen te bieden en eventueel te begeleiden naar hun onvermijdelijke afscheid. Daarom had hij de duiven geen namen gegeven, want, zo wist hij, ze zouden uiteindelijk toch voor altijd bij hem weggaan. In plaats daarvan deed hij bij elke duif een ringetje met een nummer om het rechterpootje. Er was één uitzondering: Nr. 963, zijn lieveling. Nr. 963 een van de eerste duiven die hij had opgevangen en tevens de mooiste. Daarom had hij haar wél een naam gegeven: Shamsi. Mijn zon. Want het zonlicht brak op haar verenkleed als op het zuiverste parelmoer. Alle kleuren waren in het schitterende aura van Shamsi terug te vinden, zelfs de minder gewaardeerde nuances zoals ravenzwart en asgrauw.

Na een kabbelende opeenvolging van seizoenen viel uit het niets een verschrikkelijke lente over het Park. Alle dieren zochten een veilig onderkomen. Zelfs het water in de vijver leek zich in de bodem terug te trekken. Het was nog nooit zo druk geweest in Michaels duiventil. De nissen in de muren, die als slaapplaats voor de duiven dienden, waren afgeladen vol. Michael zag nummers die hij al in tijden niet had gezien. Er waren ook veel nieuwkomers gevallen. Plichtmatig gaf hij ze allemaal een ring met een nummer. Het drong langzaam tot hem door dat Nr. 963 niet binnen was gekomen. Michael maakte zijn karwei af en ging diepbedroefd op het bankje bij de magnolia zitten.

Ontelbare Zevende Dagen gingen voorbij. Michael bleef op het bankje zitten en staarde met een lege blik naar de magnolia. Hij had alle hoop laten varen dat Shamsi nog terug zou komen. Zijn zelfopgelegde roeping verzandde in een eindeloos wachten op nietsheid. De duiventil was in oude staat vervallen, overwoekerd door dikke doornenstruiken.

Tot op een dag, vroeg in een lente, de oude boom haar bloesems ten hemel liet wijzen. Michael richtte zijn blik op. Eén van de ontluikende bloemen was witter dan alle andere, met bloembladen schitterend als van gedamasceerde zijde. Het lentelicht leek haar schoonheid aan deze ene bloem te ontlenen. “Shamsi”, fluisterde Michael.

In het tijdsbestek van precies vijf dagen en zes nachten had Michael de doornenstruiken gewied en de duiventil voorzien van een leistenen dak. Op de Zevende Dag liet de oude magnolia haar bloemen weer los. Shamsi vloog het hoogste, het sierlijkst en het snelst van alle bloemen. Michael bootste het gekoer van de duiven na om haar zieltje te lokken: “Ishkuru ra’bukom, ishkuru ra'bukom”, dank jullie God.

Het ontzielde lijfje van Nr.963 lag in vergaande staat van ontbinding aan de wortels van de magnolia.

Toevoegen aan favorieten

Ingezonden door

Bartholomeus

Geplaatst op

30-06-2016

Geef uw waardering

Er is 2 keer gestemd.

Social Media

Tags

Dood Leven Syrië

Reacties op ‘Michael’

Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit verhaal, een reactie plaatsen kan hieronder!

Reageren

We gebruiken uw gegevens alleen om te reageren op uw bericht. Meer info leest u in onze Privacy & Cookie Policy.

Wilt u direct kunnen reageren zonder elke keer naam en e-mailadres in te voeren? Meld u hier aan voor een account!



Merknamen en domeinnamen eigendom van Internet Ventures Ltd - website via licentie in beheer door Volo Media Ltd