Korte verhalen

Zet ook uw verhalen op 1001KorteVerhalen.nl

Heeft u nog geen account? Meld u gratis aan!

Print dit gedicht

Tante Annie

Tante Annie

Mijn tante Annie was geboren en getogen in de Jordaan, net zoals haar ouders en grootouders en al die nog grotere ouders ervoor.
Het zal U dan ook niet verbazen, dat iedereen haar kende en dat ze zelf een beetje het idee had, dat de Jordaan van haar was en zij als een waakhond haar best deed om de Jordaan de Jordaan te laten blijven.
Tante Annie was getrouwd geweest met rooie Rinus, de orgeldraaier, maar die was al een ruim aantal jaren geleden gestorven.
Kinderen hadden ze nooit gehad. Dat had aan Rinus gelegen, zei tante Annie altijd, hoewel Rinus absoluut zeker wist, dat dat niet het geval was.
Daarmee gaf hij een geheim aan, dat niemand kende, behalve Roos van de slager, die op achttien jarige leeftijd ongetrouwd een kind had gebaard.
Dat kon d'r best een van Rinus zijn geweest, hoewel dat nooit uitgesproken is geworden. Maar op sinterklaasavond zette Rinus steevast een cadeautje voor de deur. Later is Roos getrouwd met een Canadese zeeman, en naar Canada vertrokken. Kort daarop was Rinus met z'n draaiorgel in de winterse gladheid op de brug over de Tweede Lindedwarsgracht aan het schuiven geraakt, Hij was gevallen de het orgel was boven op hem terecht gekomen. Rinus was gewoon verpletterd en na twee dagen in het ziekenhuis overleden.
Mijn tante Annie heeft er nooit het fijne van te horen gekregen.
Maar goed, ze was nu vijfenzeventig jaar en woonde nog steeds op d'r zelf. als iemand haar naar haar leeftijd vroeg, antwoordde ze steevast:
"Drie kwartjes en Magere Hein ken me voor een piek nog niet krijgen ."
Een zeer bewogen vrouw, die in opstand kwam tegen elke vorm van onrecht, die de kranten of de televisie haar kamertje in strooide, als pepernoten op sinterklaas. Maar ook heel begaan was ze met alles en iedereen die verdriet had of andere zorgen. Voor de mensen in haar omgeving stond ze altijd klaar met een troostend woord of een begripvol gebaar.
Haar Jordanese hart doet haar de armen uitstrekken naar alles, waar een beetje smart aan kleeft. Maar in tijden van rust en als alles pais en vree was, had ze niet veel te doen. Dan schroomde ze ook niet om met een paar welgemikte opmerkingen hier en daar een oude wond open te rijten, zodat er weer wat te troosten viel.
Zo had ze laatst gelezen van de veemarkt in Schagen en van de misstanden die daar heersten ten aanzien van het aangevoerde vee.
Vooral de bijgeplaatste foto had haar van verontwaardiging in vuur en vlam gezet. En als mijn tante Annie echt boos was, dan ondernam ze ook wat. Dan liet ze het er niet bij zitten. Dan hing ze kwaad aan de telefoon en schreef brieven naar elke instantie, die ze maar iets onder de neus kon wrijven.
En aangezien ze nu weer in zo'n periode van malaise zat, voor wat betreft ongelukkige buurtgenoten, besloot ze dat ze zelf maar eens een kijkje moest nemen op de veemarkt in Schagen.
De overweldigende drukte op de perrons van het Centraal deed haar niets en fier stapte ze rond op perron 12a, tot haar oog viel op een argeloze meneer met in zijn linkerhand een opgevouwen krant en de wijsvinger van zijn rechterhand gestoken in een neusgat.
"Is't lekker, viespeuk?" vroeg ze met opgetrokken snuit.
De 'viespeuk' was echter even snel met zijn mond als met zijn vinger
en beet haar toe:"Effe dimme, ouwe!"
Als door een wesp gestoken draaide tante Annie zich naar hem toe en keek de man zo vuil aan, dat zijn vinger in zijn neus tot stilstand kwam.
"Juist," brieste ze," en nou mot jij effe heel hard je kokkert ophale, dan ken je an de binnekant op je eige voorhoofd tikken, gladiool, dat je d'r bent!"
Boven het lawaai van een binnenrollende trein hoorde je nog een mannestem schreeuwen:"Oud Paasei!!"
Geheel ondersteboven van zoveel tegenspraak keerde tante Annie de mensen in de trein allemaal de rug toe.
"Ezels," dacht ze boos.
Volhardend bleef ze naar buiten kijken, waar bomen en huizen als strepen aan haar oog voorbij trokken. Slechts de molens in de verte reisden met haar mee.

De mensen spraken maar een vreemd taaltje, vond tante Annie toen ze het station uitstapte. Sommige mannen liepen op klompen.
Er hing een geur in het dorp, die haar onbekend voorkwam en prikkelde in haar neusgaten.
Halverwege het winkelstraatje zag ze aan het einde op het plein de dieren al staan.De veemarkt zag er totaal anders uit dan ze had verwacht.
Er waren geen kramen zoals op het Waterlooplein of op de Albert Cuyp.
Er was ook geen geroep van kooplui, die luidkeels hun waren stonden aan te prijzen.
Met wijd open gesperde ogen nam ze langzaam het tafereel in zich op.
Tot haar blik vastgenageld werd door een scene, vlak voor haar.
Ze zag nog juist een klomp van een boer met een grote zwaai van zijn been met een plok terecht komen op de achterkant van een koe.
Het dier lag rustig op de grond te herkauwen en was zich van geen kwaad bewust. Ze hoorde het bonkende geluid van de schop en zag het pijnlijk schrikken van het arme dier. "Vort!! Overaind!!" schreeuwde de boer.
Maar het dier bleef liggen, alsof het commando voor een ander bestemd was. Opnieuw suisde de klompvoet bonkend tegen het achterdeel van de koe.
Een blinde gloeiende haat doorstroomde ineens het lichaam van tante Annie en als bewogen door vreemde krachten snelde ze naar voren.
Ze greep de boer bij de arm en met ongekende kracht voor een vrouw van drie kwartjes belandde haar rechtervoet tegen de linkerbil van de boer.
Haar regenjas, haar jurk en haar onderjurk had ze met haar rechterhand
omhoog getrokken om haar zwaaibeen zoveel mogelijk ruimte te geven.
Heeft U wel eens een vluchtende haas in de lucht plotseling van richting zien veranderen?
Zo ongeveer bewoog zich de aangerande boer, alsof hij een klompendans uitvoerde.
"Vuile sadist!!" siste ze en keek daarbij zo woest, dat zelfs haar adem giftig moest wezen.
Dreigend zwaaide ze de uitschuifplu in haar krampachtig samengebalde vuist onder de neus van de boer.
"Dat mot je maan-es flikken!" beet ze hem toe, want als mijn tante Annie boos wordt, praat ze pas echt jordanees.
"Zal ik effe m'n plu over je oge legge, dierenbeul, dat je d'r bent!!"
De boer, verbouwereerd naar woorden zoekend, greep haar pluutje beet,
achterover buigend om een denkbeeldige slag te ontwijken.
Maar tante Annie liet niet los en werd naar voren gerukt.
Op zich niet zo erg, ware het niet dat vlak voor haar voeten een prachtige koeienvla lag te glimmen in de zon. Kersvers, zo van de bakker.
Door de achterwaartse beweging van de boer moest tante Annie wel een voorwaartse beweging maken en stapte met haar rechtervoet midden in de vla. Haar voet gleed weg en deed haar wankelen.
Voorover vallend probeerde ze zich nog vast te klampen aan de boer, maar die dacht opnieuw aangevallen te worden en stapte snel achteruit.
Haar val was niet meer te stuiten en haar rechterknie pletste in de koeienvla.
Had de boer haar val niet kunnen breken, de koe deed dat wel, omdat ze bovenop het toch al getergde achterlichaam van het dier belandde.
Nu vond de koe het welletjes en verbazend behendig voor zo'n schonkig beest sprong ze overeind, daarmee tante Annie van zich afwerpend.
De noodlottige oude vrouw werd hierdoor een slag omgedraaid en belandde met haar volledige achterste midden in de derrie.
De boer, met de paraplu nog in de handen, barstte in een homerisch geschater uit. Ook de omstanders lieten zich niet onbetuigd.
Ze lachten uit volle borst en sommigen begonnen te applaudisseren.
Er was zelfs een waaghals bij, die 'ole ole o-ole ole" inzette, maar ja die kende tante Annie nog niet.
Totaal verslagen en beschaamd tot in haar ziel over zoveel viezigheid, want tante Annie was van nature heel proper, probeerde ze op te staan.
Maar haar handen vonden geen schoon stukje grond om zich tegen af te zetten.
De lachende boer bukte zich en tilde haar omhoog."Wat hew je nou daen maid?" hikte hij belangstellend.
"Getverdegetver..", begon tante Annie," m'n goeie goe..."
"Gae jai mor efkes met main mee, opoe." sprak hij.
En of ze wilde of niet, ze moest wel met die grote sterke arm meelopen.
Zo regelrecht een café binnen naast een slagerij.
Daar in het toilet probeerde ze zich, zo goed en kwaad als het kon,
wat op te kalefateren. Wat een stank verspreidde ze. Zo kon ze nooit meer de trein in.
Toen ze na een tijdje weer terug kwam in het café, vond ze de boer nog aan een tafeltje met een wit papieren zakje voor zich.
Ze ging naar hem toe en mompelde een zwak excuus.
"'t Is bar, opoe," zei hij," je zel wel skrokke weze?"
"Wil je 'n haissie voor de skrik, maid?"
Het klonk heel vriendelijk, maar tante Annie dronk nooit, dus ook nu niet.
Toen schoof de boer het witte zakje naar haar toe en zei:" 'k Hew efkes hiernaest een lekker brokkie biefstuk voor je haeld."
Tante Annie bedankte hem mompelend en perste een mager glimlachje op haar gezicht..
Dan hobbelde ze de deur uit. Zodra ze buiten stond trok ze haar regenjas uit, vouwde hem binnenstebuiten en propte hem in een plastic tas.
Achter haar klonk de stem van de boer.
"Nog bedankt he, opoe, jai hew krek main koe overaind ’kregen. Ik beloow je, da'k et veurtaen ok zo zel prebere."
Lachend zocht hij zijn beesten weer op.
En tante Annie.....
Ze nam zich voor om dit nooit aan iemand te vertellen. Ik denk dat ik de enige ben, die het weet. Volgens mij weten ze in de Jordaan van niets.

Toevoegen aan favorieten

Ingezonden door

iakon

Geplaatst op

08-02-2016

Over dit verhaal

zo begaan met dierenleed was zij

Geef uw waardering

Er is 14 keer gestemd.

Social Media

Tags

Dierenleed Dierenliefde Jordanees

Reacties op ‘Tante Annie’

Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit verhaal, een reactie plaatsen kan hieronder!

Reageren

We gebruiken uw gegevens alleen om te reageren op uw bericht. Meer info leest u in onze Privacy & Cookie Policy.

Wilt u direct kunnen reageren zonder elke keer naam en e-mailadres in te voeren? Meld u hier aan voor een account!



Merknamen en domeinnamen eigendom van Internet Ventures Ltd - website via licentie in beheer door Volo Media Ltd