Korte verhalen

Zet ook uw verhalen op 1001KorteVerhalen.nl

Heeft u nog geen account? Meld u gratis aan!

Print dit gedicht

Discussie over het ontstaan van ons zonnestelsel met H.L.2

Aan H.L.2
G.:
Naar aanleiding van het antwoord dat H.L. mij toezond nadat ik hem mijn maanverhaal had voorgelegd, heb ik hem het onderstaande toegestuurd.

Dit in tegenstelling tot zijn kritiek op mijn verhaal waarin hij vrijwel alles dat ik bij elkaar heb 'verzonnen' afdeed als onjuist en onzin waarbij hij vooral de gangbare opvattingen over het ontstaan van het zonnestelsel nam als waarheid om mijn verhaal als onjuist te bewijzen, hetgeen uiteraard vanuit zijn kennis niet anders dan te verwachten was.
Heb ik hem voorgesteld het verhaal terug in de tijd te volgen, dus steeds recentere verschijnselen proberen te verklaren uit het voorafgaande, daarom heb ik hem onderstaande lijst voorgelegd.

Geachte H.L.
Misschien ten overvloede heb ik een lijst gemaakt van alle feitelijkheden die door mijn verhaal verklaard kunnen worden, zie hieronder
(Aan sommige punten heb ik nog nadere uitleg toegevoegd, dus de reacties van H.L. hebben hier geen 'weet' van.)

1 Het leven op Aarde bestaat minstens 3,5 miljard jaar, want zo oud zijn ongeveer de oudste gevonden fossielen.
Vreemd daaraan is dat het leven bijna 3 miljard jaar niet veel verder kwam dan eencellige levensvormen, terwijl bacteriën en eencelligen toch meesters zijn in zich aanpassen en muteren.
2 Ongeveer een half miljard jaar geleden explodeerde de evolutie van het leven op Aarde.
Eerst in kustwateren (Siluur en Devoon) later vooral in kustmoerassen (Carboon).

3 De verbrokkeling van Pangea begon ook pas enkele honderden miljoenen jaren geleden, eerst in Gondwana en Laurasie, enz.
4 Ook het verzilten van de oceaan is, zeker als je de verzilting terug rekent, een vrij nieuw verschijnsel, dat niet verklaard kan worden als Pangea het vijfde supercontinent op rij zou zijn, wat wordt beweerd, want het ontzilten van de oceaan lijkt mij onmogelijk.
5 Graniet is een lichter gesteente dan het materiaal waaruit de aardmantel is opgebouwd, toch wordt graniet beschouwd als een diepte gesteente dat als grote 'bellen' is opgestegen uit de diepten van de Aarde.
6 Stel (zie 4) dat het supercontinent voortdurend uit elkaar valt en weer zich verenigt dan zou graniet dat door erosie en vulkanisme vervalt tot sedimentgesteenten en uitvloeiingsgesteenten steeds opnieuw gevormd moeten zijn en dan zou het huidige graniet geen in wateroplosbare stoffen kunnen bevatten. Of de Aarde zou een enorme voorraad graniet ergens in de kelder hebben moeten liggen.
7 Pangea heeft volgens de geologie niet of nauwelijks boven water uitgestoken, toch als je een verdeeld continent zich laat samenvoegen dan moet je toch een enorme gebergtevorming krijgen, zie de botsing van India tegen Azië.
8 Het verschil tussen de voorkant en de achterkant van de Maan. Als de 'Great Impact theory' waar zou zijn, wat mij grote onzin lijkt. Dan is dit niet te verklaren. Bovendien waar komt die Deus-Ex-Machina-planeet Theia vandaan.
9 Stel de theorie van planeetsimalen is waar, het zou dan toch mogelijk moeten zijn om kleine steentjes, waarmee het begonnen zou moeten zijn, in een proefopstelling te laten ontstaan in het ruimtestation bijvoorbeeld, ik bedoel meteorietachtige steentjes.
10 Theia zou als het ware de laatste planeetsimal zijn die de Aarde trof, dat leidde tot de vorming van de Maan. Waar zijn al die manen die waarschijnlijk ontstonden na de inslagen van andere voorafgaande Theia's, ook om de andere binnenplaneten. De buitenplaneten is een ander verhaal.
11 De Maan schommelt een beetje (niet de schijnbare schommeling) dit zou het gevolg zijn van een grote meteorietinslag. Op de Maan zijn alleen ronde inslagkraters en zulke inslagen krijgen de Maan niet aan het schommelen. Er wordt ook beweerd dat het een getijdeneffect is, maar dat is vreemd omdat het getijden effect eerst de gebonden draaiing veroorzaakt om daarna oorzaak te zijn van heen-en-weer bewegingen in de draaiing.
12 De Maan beweegt zich voortdurend iets verder van de Aarde af, als je dat terug rekent en die verwijdering moet in het begin werkzamer zijn geweest, dan zouden daar de geologische gevolgen van op Aarde nog waarneembaar moeten zijn. De Aarde zou een dramatisch aardverschuivend en vulkanisch verleden moeten hebben, zie voorafgaande punten.
13 Op het moment dat de Aarde het dichtst bij Venus is, is Venus steeds met dezelfde kant naar de Aarde gericht, dit is een feit dat onmogelijk is te verklaren met de gangbare verklaring dat de omgekeerde draaiing van Venus het gevolg is van het passeren van een groot hemellichaam.
14 Venus heeft geen gesmolten kern, geen magnetische polen, maar is wel al ongeveer een half miljard jaar tectonisch bodembewegend en vulkanisch dood, althans zo goed als. Maar eerder was juist het omgekeerde het geval, de oppervlakte van Venus is namelijk behoorlijk omgeploegd. Een verklaring die ik ooit gehoord heb is dat de krachten daartoe zich langzaam ophopen in de diepte en dan periodiek tot ontlading komen, vreemd in samengaan met een niet gesmolten kern.
15 Venus heeft geen water in de atmosfeer, dat moet in het verleden wel het geval zijn geweest. Net als de Aarde haar oceanen vol water te danken zou hebben aan waterrijke komeetinslagen. Die zullen toen Venus ook geraakt moeten hebben. Heel veel kometen moeten Mars, de Aarde, Venus en Mercurius hebben gemist. Je zou bijna denken dat die de Zon welhaast hadden moeten 'blussen', te gek voor woorden, die komeet-verhalen.
16 Mecurius heeft een onevenredige grote kern, dit zou het gevolg zijn van ook een grote inslag. Mecurius vertoont wel de sporen van een grote inslag maar heeft er geen maan aan overgehouden. En ook dan is de vraag waar die 'zus van Theia' vandaan is gekomen.
17 Mercurius heeft een sterk elliptische baan rond de Zon, ik ken hiervoor geen gangbare verklaring en ook niet waarom Mercurius zo langzaam om zijn eigen as draait, alleen mijn eigen verklaring kan ik aanvoeren.
18 De maantjes van Mars, een van de twee draait tegendraads om Mars. Waar komen ze vandaan en hoe komen ze aan hun inwendige structuur. Dat geldt ook voor de grotere planetoïden, ze lijken op schreven van hemellichamen voorzover mij bekend is.
Die maantjes en ook de scherfvormige maantjes van Jupiter lijken mij ingevangen restanten van een botsing in de ruimte.
19 en nog veel meer onverklaarde fenomenen, die allemaal verklaard moeten worden uit één oorzaak, tijdens de prille vorming van ons zonnestelsel.
Ik verzoek U mee te denken.
Met vriendelijke groet
Guido

Ps de geschiedenis van het idee.
De geschiedenis van mijn maanverhaal.
Ergens in het begin van de tachtiger jaren besloten een aantal collega's op onze school een blaadje te maken dat 'Het periodiek het systeem' zou heten, het is zes keer verschenen.
Ik zorgde onder andere voor de achterkant en voor nummer 6 kreeg ik het idee een soort Leonardo da Vinci pagina te maken, schetsen, teksten en uitvindingen en ideeën. Eén keer heb ik ook daadwerkelijk zo een pagina gemaakt, met als onderwerp het ontstaan van de Maan.
De theorie die ik toen bedacht, bleek later overeen te komen met de ideeën van de zoon van Darwin. De maan zou de kern zijn van de oeraarde. Er zou eerst een rotsachtige kern zijn ontstaan en later pas een zware mantel van metaal omheen. Die zou instabiel zijn geworden en eruit zijn gevlogen met achterlating van wat nu de continenten zijn, echt toen uit eigen duim gezogen.
Voor de volgende uitgave bedacht ik de basis van het verhaal waar het nu om draait en ik U lastig val.
Het werd 1998 en wij kregen internet op school. Onze directeur zei ons daar kennis van te nemen, aldus deed ik. Op de allereerste dag bezocht ik (op aanraden van mijn broer sites over sterren en planeten) de eerste 'planeet' die ik in beeld kreeg, heette wel Venus maar bleek een indrukwekkende tennisster te zijn edoch al spoedig zag ik ook andere plaatjes uit het altijd mooie.
Ik kwam aldoende op een site van ene Bill Arnet, The nine Planets, heel overzichtelijk.
Bij ieder hemellichaam stonden de gegevens en ook de raadsels en onzekerheden van deze planeten. Toen gebeurde het, het kwartje viel, mijn slapende tweede maantheorie kwam tot leven.
Ik plaatste de Maan bij Mercurius en van het een kwam het andere.
Diezelfde avond typte ik een brief waarin ik mijn idee kort beschreef, maakte er vijf kopieën van en stuurde ze naar, de sterrenwachten van Eindhoven, Hoeven en Dwingelo, en naar de universiteit van Utrecht en Leiden.
Binnen één week vroeg iemand uit Eindhoven of mijn brief in hun clubblaadje mocht, ik was zeer vereerd en het mocht. Weken later de sterrenwacht van Leiden met hetzelfde verzoek voor het faculteitsblad 'Impact' (bestaat niet meer), ik schrok omdat ik in mijn brief alles wel erg kort door de bocht stelde, ik heb toen een meer uitgebreide versie geschreven. Beide varianten hebben zij toen in hun oktobernummer geplaatst (1998) en later op hun site waar het ongeveer vijf jaar heeft gestaan. Ondanks mijn verzoek te reageren op mijn voorstel, heb ik nooit iets meer vernomen, niet positief noch negatief.
Overigens liet ik de voorgeschiedenis open, ik stelde alleen dat de scheiding van de delen van de planeten een eerdere oorsprong moest hebben.
Merkwaardigerwijs zijn het later steeds natuurkundigen geweest die als zij kennisnamen van mijn ideeën deze wel aannemelijk vonden, nooit sterrenkundigen. U bent de eerste die heeft gezegd dat er een paar interessante ideeën in zitten, ik weet nog niet welke.
In de tussenliggende tijd heb ik van tijd tot tijd geprobeerd mijn verhaal te slijten.
Ik heb een aantal lezingen gegeven, onder andere in de sterrenwacht van Oudenbosch. Bij die gelegenheid heb ik voor het eerst door een telescoop gekeken, dus een fanatieke nachtkijker ben ik niet.
Als U mijn naam googlet dan vindt U wel meer over mij, ik moet U wel waarschuwen, er zijn meerdere guidovangeel(en). De schilderijen en de gedichten die U aantreft zijn wel van mij.
Tot zover deze lezing, met vriendelijke groet
Guido
H.L.:
Beste Guido van Geel,
Ik ben teleurgesteld over Uw laatste bericht en het antwoord op mijn kritiek.
U neemt het kennelijk niet serieus.
Voorbeeld: ik zeg dat de 11-jaarlijkse zonnecyclus komt door het omklappen van het magneetveld. Dat is bewezen, want het omklappen van het magneetveld is gemeten!
Uw antwoord ongeveer: “zou kunnen, maar mijn theorie is dan een alternatief”
Dat is onzin!
G.:
H.L. mag dan teleurgesteld zijn geweest dat ik, nadat hij mijn verhaal tot onzin had verklaard, niet onmiddellijk in mijn schulp ben gekropen. Redenen om teleurgesteld te zijn echter die had ik, enerzijds omdat hij de aangetroffen ideeen niet nader wilde noemen en anderzijds alles zonder argumenten tot onjuist verklaarde.
Over het voorbeeld:
Als het periodiek verschijnen van de zonnevlekken op de zon het gevolg is van het bewezen en gemeten omklappen van het magneetveld van de zon, dan moet er wel een mechanisme zijn dat deze omklapping veroorzaakt.
De bestaande opvatting over het fusieproces in de zon geeft daar geen enkele verklaring voor, in tegenstelling tot mijn zienswijze dat periodieke fusies voorstelt. Wat de reden is om teleurgesteld te zijn, kan ik niet inzien en de kreet 'Dat is onzin' klinkt wanhopig maar waarom wanhopig?
Ter overweging, in aanloop naar de ompoling van het magneetveld op aarde neemt de kracht daarvan af, terwijl die op de zon juist toeneemt, althans volgens de informatie die ik er over gevonden heb. Het verschijnsel op zich is vanuit mijn verhaal goed te verklaren. Namelijk door de dieper doordringende draaikolken vanuit de polen.
Waar ik benieuwd naar ben, is het magneetveld van Jupiter dat zeer sterk is, of dat nog in sterkte aan het toenemen is. Want dat zou erop kunnen wijzen dat, een door mij voor mogelijk gehouden toestand nadert, waarbij kernfusie in Jupiter kan plaatsvinden. Echter het huidige magnetisme rond Jupiter lijkt nog niet in die richting te wijzen, helaas.

Over de werking achter het ompolen. Hoe ik het me voorstel. Als ten gevolge van een magnetisch veld alle magnetische deeltjes een zeker spanning hebben in de richting van de ene pool en op het moment dat het spanningsveld wegvalt ze in meerderheid als het ware in een omgekeerde toestand schieten, zodat dat later de richting wordt.
H.L.
Ik heb ook uitgelegd dat sterren anders ontstaan dan U veronderstelt.
Uw voorgestelde idee is niet fysisch!
Daarmee valt de basis van Uw theorie weg maar dat lijkt U niet in te zien.
G.:
H.L. heeft niet uitgelegd hoe sterren volgens de geldende opvattingen ontstaan, hij heeft die manier als vaststaand gesteld als de bewijzende waarheid. Op die manier is het Bijbelverhaal ook waar en bewezen.
Dat ik mijn verhaal natuurkundig niet kan, bestrijd ik. Als H.L dit zou uitleggen zodat ik dat zou kunnen inzien, dan had hij dat moeten doen. Maar heeft dat niet gedaan, zelfs de onderdelen van mijn verhaal heeft hij niet genoemd, misschien spreekt hier alleen iets als irritatie.
Het grote verschil tussen mijn verhaal en de gangbare opvattingen is dat mijn verhaal een samenhangend geheel is waar de huidige sterrenkunde alleen losse verklaringen biedt en mijn verhaal gaat ook over de verschillende vakgebieden heen.
H.L.
U stuurt me ook nog een hele lijst van z.g. raadsels, die voor een deel al zijn opgelost en waarvoor een goede fysische verklaringen voor bestaan, terwijl veel van uw verklaringen fysisch helemaal niet kunnen. Onze communicatie heeft kennelijk geen zin. Ik heb geprobeerd serieus op uw punten in te gaan, maar dat blijkt nutteloos. (Zoals met veel “alternatieve theorieën bedenkers”). Over en sluiten. H.L.
G.:
Dat voor een deel van de z.g. raadsels oplossingen zijn bedacht zal ik niet ontkennen maar of die natuurkundig allemaal wel kunnen betwijfel ik, maar dat mijn ‘oplossingen’ natuurkundig niet kunnen bestrijd ik.
Maar ik heb nooit de behoefte gehad die aan te vallen. Ik heb alleen mijn zienswijze ter overweging aangeboden. De communicatie zou hebben moeten getuigen van wederzijds respect.
Alternatieve theorieën worden bedacht als de bestaande theorieën niet overtuigend zijn.
Ik zal een leuk voorbeeld geven. Je hebt twee indianen, allebei met een plankje en een stokje en hebben allebei een theorie over vuur maken.
De ene gaat heel hard met het stokje op het plankje krassen en de andere neemt het stokje tussen zijn handen en laat zien dat hij een echte indiaan is. De eerste heet Woeste Ster en de ander Kleine Maan.
Tot zover, de volgende tekst gaat over de reactie op een volgende mail van mijn kant.
Met vriendelijk groet
Guido

Toevoegen aan favorieten

Ingezonden door

guido van geel

Geplaatst op

28-04-2020

Over dit verhaal

'Gelijk hebben of gelijk krijgen', zei de professor en koos voor beiden

Geef uw waardering

Er is 4 keer gestemd.

Social Media

Tags

Guidovangeel Sterrenkunde

Reacties op ‘Discussie over het ontstaan van ons zonnestelsel met H.L.2’

Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit verhaal, een reactie plaatsen kan hieronder!

Reageren

We gebruiken uw gegevens alleen om te reageren op uw bericht. Meer info leest u in onze Privacy & Cookie Policy.

Wilt u direct kunnen reageren zonder elke keer naam en e-mailadres in te voeren? Meld u hier aan voor een account!



Merknamen en domeinnamen eigendom van Internet Ventures Ltd - website via licentie in beheer door Volo Media Ltd