Don Donna

Een jongen genaamd Don. Hij zat in zijn kamer te spelen, toen hij zijn mama hoorde roepen: “Don Don ga alstublieft naar de beek om wat drinkwater te halen”. Don vertrekt naar de beek. Opeens hoort hij een schril geluid. Hij weet niet vanwaar het geluid komt, en is bang. Hij probeert toch nog water uit de beek te halen. Opeens hoort hij weer het geluid. Deze keer zag hij ook iets heel snel voorbijgaan. Toen Donna zich omdraaide zag zij een twee meter lange weerwolf. Dit was geen gewone weerwolf. Het was een sprekende weerwolf. Hij zei tegen Donna: “kom naar mij en ik zal je opeten”. Donna zei tegen de weerwolf: “ga naar daar, kom niet dichter”. De weerwolf kwam dichter bij Donna. Donna begon weg te lopen. De weerwolf bleef Donna in stilte achterna lopen. Donna liep tot haar huis zonder te weten dat de weerwolf achter haar was. Donna liep het huis binnen. De weerwolf klopte aan de deur; Donna opende de deur. De weerwolf zei: “Hey, Hoe gaat het?”. Ah ja de weerwolf was verkleed als Donna haar oma. Donna liet de gemaskerde weerwolf binnen. Donna vroeg de weerwolf of hij iets wou drinken. De weerwolf zei: “ja, een kopje thee graag”. Donna maakte een kopje thee en gaf die aan de weerwolf. Donna merkte op dat de suiker op was. Toen Donna dit vertelde aan de weerwolf werd hij boos. Hij scheurde zijn vermomming en brulde tegen Donna. Donna was gechoqueerd. Na een paar minuten at de weerwolf donna op. Later kwam een jager aan de deur kloppen. De mama van Donna opende de deur. De jager schoot op de weerwolf dood. Ah ja hij schoot alleen op de bovenste gedeelte van de weerwolf. Daarna nam hij een mes en opende hij de buik van de weerwolf. Gelukkig was Don ongedeerd en kon hij op eigen kracht van de maag van de weerwolf ontsnappen. De jager zette dan zware stenen in de maag van de weerwolf. Ze leefden daarna nog lang en gelukkig.