Korte verhalen

Zet ook uw verhalen op 1001KorteVerhalen.nl

Heeft u nog geen account? Meld u gratis aan!

Print dit gedicht

Jenny

Ze zit op de rand van haar bed en kijkt naar het grauwe versleten tapijt. Ik moet gelukkig zijn, houdt ze zichzelf voor. Ik heb een dak boven mijn hoofd en een deur met een goed slot. Het kost niet veel, maar het is ook niet veel. Het is hier heet en het stinkt. Eens zal ik een huisje voor mezelf hebben met een bloementuin. Een frisse slaapkamer waar ik het raam kan openzetten zonder dat de ranzige stank van frituurvet binnenkomt. Ze zucht. Eens ja. Ze is moe, zou het liefst even willen liggen, maar haar tweede baan wacht. En haar studieboeken.
Het is kort na twee uur in de middag. Vanaf zes uur die ochtend heeft ze ontbijten en lunches geserveerd in het restaurantje van Jimmy. Minimumloon, maar haar opgewektheid en altijd lachende ogen bezorgen haar goede fooien. Ze noemt iedere vaste klant bij zijn naam, informeert naar familie of werk. Ze is blij met haar goede geheugen, en met de maaltijden die ze daar eet. Ontbijt en lunch. Het is bijna twee jaar sinds ze eens een avondmaaltijd heeft gegeten.
Over een half uur naar de receptie van het motel aan de rand van de stad, tot tien uur 's avonds. Ze hoopt dat het rustig zal zijn en dat ze haar lessen kan doornemen. Haar naam is Jenny Close en ze is 19 jaar oud.

- o -

Jenny, dochter van Bert en Sue, geboren in een stadje in Arizona. Bert met een kleine garage en een voorliefde voor whiskey, en Sue de te jonge moeder die met Bert trouwde toen ze zwanger bleek en niet veel later zowel echtgenoot als kind verweet dat ze er waren. Ze had iedereen kunnen krijgen, meende ze. Net 16 en in de laadbak van Berts pick-up truck, na een aantal glaasjes en een paar halen aan Berts stickie, werd het zaad voor Jenny geplant. Het kind groeide op in een sfeer van verwijten, dronken geweld en geestelijke verwaarlozing. Sue, zelf nog een kind, beschouwde baby Jenny als een levende pop. Ze kleedde het in jurkjes met kant en roesjes en noemde het "haar babydoll". Ze speelde ermee tot ze er weer even genoeg van had. Al heel jong kreeg Jenny een aversie tegen aangeraakt worden. De hoge stem van haar moeder irriteerde haar, temeer omdat er een vreemd soort babypraat mee tegen haar werd gesproken. Ze was liever bij haar vader in zijn werkplaats en, nog geen vier jaar oud, kende ze alle gereedschappen bij naam. Sue vond haar dochter allang geen "babydoll" meer en keek nauwelijks meer naar haar om. Voor haar vierde verjaardag vroeg Jenny om een spijkerbroek. Ze werd Berts “meissie” en hoorde eindelijk normaal gesproken taal, alhoewel gelardeerd met vloeken die ze vanzelf overnam.
Sue was nog geen 20 toen ze haar spullen pakte en vertrok, en Halona op het toneel verscheen. Een stevig in het vlees zittende Navajo vrouw van tegen de 40, geboren in het reservaat een paar kilometer buiten de stad. Het huis werd van zolder tot tornadokelder schoongemaakt, er werd gewassen en gestreken en er kwam goed eten op tafel. 'Je bent een zegen,’ zei Bert en Halona grijnsde. 'Dat is dan ook de betekenis van mijn naam. Alle Navajo's krijgen een naam die bij hen past.’
Vloeken werden verbannen. Halona duldde geen drank in huis. Zoals zoveel Indianen had haar man zich een kapotte lever gedronken en was er jong aan gestorven. 'Naar de eeuwige jachtvelden,’ grapte Bert. Halona keek hem wat nijdig aan. 'Naar de hemel Bert, gewoon naar de hemel.'
Slapen deed ze in het reservaat. Ze had een barrel van een auto en Bert hield hem rijdend. Van zaterdagmiddag tot maandagochtend was ze ook daar en nam dan de zorg over voor haar neefje en nichtje, een tweeling, iets ouder dan Jenny.
Het was voor een partijtje voor hun zesde verjaardag dat Halona Jenny meenam naar het reservaat. Ze was daar nog nooit geweest, immers de mensen uit het stadje hadden er niets te zoeken. De Navajo's kwamen naar de stad om te werken en dat was contact genoeg, vond men.
'Waar zijn jullie tenten?', vroeg Jenny verbaasd. 'Hebben jullie bizons?'
'Die hadden we honderd jaar geleden,’ lachte Halona. 'Wij wonen nu net als jullie in huizen en we hebben een hond of een kat.'
De tweeling leek zo sprekend op elkaar dat Jenny alleen aan de twee vlechtjes kon zien wie het nichtje was. Hun naam was Navajo, want, zo vertelde Halona, dat kleine beetje traditie dat we nog hebben willen we wel houden.
Helaku en Bidzil, “zonnig” en “hij is sterk”. Jenny, die gewend was aan namen als Tom, Jack, Bert en Harry, had er moeite mee. Helaku werd "Helly" en Bidzil werd ''Silly''.
Die dag werd een vriendschap gesmeed die een decennium zou standhouden.
Halona had besloten dat Helly en Silly in de stad naar school zouden gaan. Het schooltje in het reservaat zou hen niet op een goede toekomst kunnen voorbereiden. Zo gebeurde het dat de tweeling en Jenny in dezelfde eerste klas kwamen. De twee waren de enige Navajo kinderen en ze hadden nogal wat te verduren, maar ook zij hadden een naam gekregen die bij hen paste. Helaku bleef zonnig lachen wanneer ze uitgescholden werd, Bidzil was niet te verslaan wanneer er een robbertje gevochten werd.
Gewenning bracht acceptatie. Wat zeker hielp was dat Helly een prachtige zangstem had en Silly op het sportveld goed wist te scoren.
Van de lagere school naar High School. De drie waren actief en sportief en bovengemiddeld intelligent. De jaren hadden hen uit zien groeien tot mooie jonge mensen. Jenny ging steeds meer op haar moeder lijken, gelukkig alleen qua uiterlijk.
Hoewel “gelukkig”? Ze kreeg in haar pubertijd veel aandacht van de jongens en jonge mannen en, hoewel het haar plezier deed, kwam het nooit verder dan schouder aan schouder in de bioscoop zitten. Ze kon nog steeds niet verdragen aangeraakt te worden.
"IJskoningin" werd ze al snel genoemd. Toen, tijdens een schoolfeestje, een jongen uit een hogere klas haar in een hoek drukte en probeerde te kussen, was het Silly die haar ontzette. In het volgende weekeinde begon hij zijn vriendin zelfverdediging bij te brengen. Dat ze daarbij werd aangeraakt was geen probleem, het was Silly toch?
Tegen het einde van hun laatste High School jaar, ze waren 16 jaar oud, kwam Helona bij een verkeersongeluk om het leven. Het verdriet was groot en loodzwaar. Ze hadden alle drie hun toekomstplannen met haar gedeeld, nu zou ze er niet zijn om die toekomst met hen mee te maken. Bert, die in de afgelopen jaren matig met de drank was omgegaan, greep weer naar de fles. Gewend aan de zorg en steun van een vrouw, zocht hij nu die zorg bij Jenny. 'Je bent een grote meid, nou ga je voor je papa zorgen. Je gaat nu van school.' Geen protest werd geaccepteerd, geen uitstel geduld. Wanhopige Jenny gehoorzaamde.
De verzekering van de veroorzaker van het ongeval had uitbetaald en Helly zou naar een conservatorium in Phoenix gaan. Silly, door zijn academische en sportieve prestaties, kreeg een beurs voor de prestigieuze Universiteit in Austin, Texas.
Het driemanschap was niet meer.
Ze hadden het besproken. Ieder van hen besefte dat beloftes van contact houden op den duur niet nagekomen konden worden, dat ieder een eigen weg te gaan had. Eén belofte konden ze wel geven: 'We zullen elkaar nooit vergeten.'

Jenny hield het nog bijna een jaar vol. Helona had haar leren koken en ze wist hoe ze een huishouden draaiend kon houden. Ze haatte het. De eentonigheid van haar leven en het niet hebben van de kans om hogerop te komen maakten haar stuurs. De grootste afkeer echter was voor haar vader. Vaak, wanneer ze even in de garage kwam, vond ze hem snurkend op een achterbank van een auto, de fles voor hem op de grond. Bert, ooit de knappe kerel die Sue had weten te verleiden, werd een pafferige vent met z'n dikke buik hangend over de broeksriem. Hij verzorgde zich niet meer en er kwamen zelden meer klanten voor een reparatie. Wanneer Jenny hem om geld vroeg voor boodschappen of voor een nieuw kledingstuk, dan was dat er niet. Voor de flessen drank echter wel.
Over drie maanden zou Jenny 17 worden. Het was heet die dag en een onweer dreigde. Bert kwam flink aangeschoten het huis binnen voor het avondeten, de fles in zijn hand.
'Godverdómme, alweer bonen? Waarom is er geen vlees?’
'Dat ligt in je hand, pa. Jij zuipt en wij hebben daarom geen vlees.'
'Je gaat steeds meer op je moeder lijken, bitch, altijd wat te klagen.'
Hij pakte haar kin in zijn harde hand en trok haar van haar stoel. De drankwalm maakte haar misselijk.
'Nou ik het zeg ... je lijkt echt veel op je moeder. Die was ook zo mooi toen ze zo oud was als jij. Ben je net zo geil als zij? Dat zou je papa wel eens willen weten.'
Met zijn andere hand scheurde hij het hemdje van haar lijf.
Silly's lessen waren niet vergeten. Met de zijkant van haar hand sloeg ze hem hard in zijn hals en hij viel buiten westen op de grond.
Binnen een kwartier had ze haar spullen bij elkaar gegraaid en was het huis uitgelopen. Ze zou er nooit meer terugkomen.

Geld voor de bus had ze niet, maar in de landelijke omgeving was het niet moeilijk een lift te krijgen. In drie dagen was ze in Nieuw Mexico en, omdat ze Spaans sprak, geleerd van Halona wiens voorouders die taal spraken onder voormalig Spaans gezag, zocht en vond er werk. Vaak in een restaurantje. Ze zei dat ze 18 was en niemand die vroeg of ze dat ook was. Steeds wanneer ze genoeg had verdiend nam ze de Greyhound bus en trok verder. Haar 17e verjaardag vierde ze in zo'n bus, op weg naar Enid in Oklahoma. Waarom Enid? Ze had geen idee maar voelde gewoon dat ze daar wilde zijn, daar móest zijn om het fundament onder haar toekomst te leggen.
Weer als serveerster, hoorde ze van een vacature in de eetzaal van de Jackson High School, dat prachtige oude gebouw. Ze werd op een sollicitatiegesprek uitgenodigd en trof daar een vrouw, mevrouw Thompson, die haar sterk aan Halona deed denken. Aan die vrouw vertelde ze van haar verleden en van haar droom, die in eerste aanzet het behalen van haar High School diploma zou zijn.
Was het haar gretigheid, het waas van haar eenzaamheid of haar uitgesproken intelligentie die in haar voordeel besliste? Ze kreeg de baan, en een kamertje boven de garage van mevrouw Thompson, ze kon na een semester examen doen. Ze slaagde cum laude.
'De eerste mijlpaal gehaald Jenny, wat nu?' Het was een feestelijke avond in de Thompson huiskamer.
'Werken en verder studeren. Ik wil met kinderen werken, probleemkinderen. Ik ga psychologie studeren, maar ik weet nog niet waar.'
'Chicago. Hun faculteit staat hoog aangeschreven. Door mijn werk ken ik mensen daar. Ik zal je een aanbevelingsbrief geven. Je zult in deeltijd moeten studeren omdat je moet werken, maar ik heb er vertrouwen in dat je het zult kunnen volbrengen.'
Deze keer nam ze het vliegtuig.

Chicago. Wat heeft ze moeten wennen aan die stad. Heet en benauwd in de zomer en ijskoud in de winter. Een enorme stad vol tegenstrijdigheden. Een centrum met glanzende wolkenkrabbers en chique, en verpauperde wijken na het instorten van de automobielindustrie. Wanneer ze in die wijken liep zag ze haar professionele toekomst. In een ervan vond ze haar “appartement”, bij een van oorsprong Italiaanse eigenares. Tweehoog, aan de straatkant. Het lawaai ervan alleen gefilterd door een raam met enkel glas. Een zit/slaapkamer van 24 vierkante meter, erachter een douche en toilet. De keuken een 2-pits elektrische kookplaat. Alles wat er stond was schoon, maar tot op de draad versleten.
'Het was de kamer van mijn zoon,’ zei de vrouw en Jenny zag haar ogen vol pijn. 'Hij is een jaar geleden gesneuveld in Afghanistan.' Jenny legde even haar hand op de arm van de vrouw maar zei niets.
'Ik wil graag een jong iemand hier. Dan voel ik dat er leven in huis is.'
De huur die ze vroeg was bespottelijk laag. Jenny zei dat ze die middag haar spullen zou komen brengen.

Twee dagen nadat ze bij de signora was ingetrokken vond ze "Jimmy's", een bescheiden eethuis dat haar was opgevallen door de vrolijke rood-wit geblokte gordijntjes voor ramen die blonken. Gelegen aan de rand van de wijk, dicht bij een druk bezocht winkelcentrum. Ze ging er binnen voor een kopje koffie en liep er een half uur later weer uit met een baan.
Het geluk bleef aan haar zijde, al was het mevrouw Thompson uit Enid die daar een flinke inbreng in had. Jenny's gesprek met het hoofd van de faculteit Psychologie was prettig en constructief. Er waren meer studenten als zij, die werk en studie moesten zien te combineren. De verrassing die hij voor haar had maakte haar sprakeloos: wanneer ze wilde kon ze contact leggen met Jeff, een derdejaars, die haar als repetitor door de studie zou leiden zodat ze alleen voor tentamens naar de universiteit hoefde te komen. Of ze hem ervoor zou kunnen betalen? Jenny zei volmondig “ja”, al zou het betekenen dat ze een extra baan moest nemen.
Het was de signora die haar tipte: een nicht van haar werkte als schoonmaakster in een motel en men had dringend behoefte aan een receptionist. Net buiten de stad, aan de 290 naar Cicero. Jenny kocht een fiets.

- o -

Ze staat op en pakt haar spullen. Haar boeken in een rugzak bij haar zwarte rokje. Het is dan wel geen 4-sterren motel, maar men ziet haar er niet graag in de broek die ze draagt op de fiets. Het is een tamelijk kleinschalig motel, slechts 48 kamers, meestal bezet door families op doorreis of door mensen die in de stad hun zaken doen en de dure hotels liever vermijden. Jenny heeft hier veel tijd om te studeren en hier ook ontmoeten zij en Jeff elkaar. Het personeel noemt haar receptie spottend “de collegezaal”, en in feite is dat precies wat het is. Driemaal in de week een aantal uren in de middag, maar zelden onderbroken door gasten. Jeff is 23 en streng waar het de studie betreft. Van de eerste dag af weet Jenny: 'je studeert, en hard, of ik haak af.'
Ze is nu ver in haar tweede jaar en presteert goed tijdens haar tentamens. Soms praten ze over hun plannen. Jeff wil na zijn studie in het leger. Niet om te vechten tégen mensen, maar om mensen die gevochten hebben te helpen. Veel veteranen en gehandicapten hebben posttraumatische stoornissen, mannen en vrouwen die geestelijke hulp zo hard nodig hebben. Hij zal er een jaar extra voor moeten studeren.
Dat Jenny zich op kinderen wil concentreren vindt hij een goede zaak. "Een vrouwending", noemt hij het licht spottend. Wanneer Jenny opstuift en hem toesnauwt dat door haar werk kinderen als niet-gestoorden zijn leger zullen ingaan, moet hij toegeven dat hij het zo niet heeft gezien. Ze vertelt hem van haar plan om, in een van de wijken, een kleine kliniek te starten. Dat ze hoopt een of meer studenten ervoor te kunnen interesseren en zal lobbyen voor financiële steun. Ze legt hem uit dat ze zich nu al inwerkt in therapieën. 'Jij praat met jouw patiënten, ik zal met hen spelen en uiteindelijk zullen zowel jij als ik bereiken wat we voor ogen hebben.'

Door zijn extra jaar studie blijft Jeff haar repetitor en mentor tot aan het einde van Jenny's studie. Ze slaagt als derde van haar leerjaar. Een collegezaal heeft ze nooit van binnen gezien. Ze is 21 jaar oud. Om het te vieren nodigt ze Jeff uit voor een lunch bij Jimmy’s. Dubbel vieren, want ook Jeff heeft zijn bul gekregen. Hij zal naar Westpoint gaan voor een militaire basisopleiding. Bij hun afscheid geeft hij haar een stuk papier. 'Dit is mijn cadeau voor jou meisje. Jouw plannen en ideeën om ze waar te maken hebben me niet losgelaten. Ik heb er op een faculteitsavond voor vierdejaars over gesproken en na afloop hebben drie van hen zich bij mij gemeld. Hier zijn hun namen en telefoonnummers. Doe er je voordeel mee. Veel succes.’

Het is een bont gezelschap in de zitkamer van de signora. Vier zo helemaal verschillende jonge vrouwen, qua uiterlijk en afkomst, maar één in hun enthousiasme: Juanita, de Latina, Lee met Chinees bloed, Malika met Afrikaanse voorouders en de blonde Jenny, allen voor in de 20. Ideeën, voorstellen en vragen. Ieder heeft een mening over hoe het project uitgevoerd kan worden, want elk van hen heeft sinds Jeffs introductie haar fantasie aan het werk gezet.
Jenny stelt voor dat ieder een lijst zal maken van punten van aanpak, waarbij locatie en financiën de eerste twee plaatsen zullen innemen. Geen van de vrouwen heeft kapitaal.
Ook zullen ze vermelden of ze connecties hebben die ze kunnen benaderen voor steun.
Jenny moet toegeven dat zij er geen heeft. In de grote stad was haar wereld al die jaren heel klein geweest. Over twee dagen zullen ze weer bij elkaar komen.

De lijsten zijn naast elkaar gelegd.
'In Cabrini Green?' Juanita trekt een vies gezicht. 'Dat is "Little Hell", daar zijn bendes.'
Malika haalt haar schouders op. 'Geloof je ook niet dat ze ons juist daar hard nodig hebben?'
De “connecties” blijken van onschatbare waarde.
Alleen Jenny komt niet uit Chicago; de drie anderen zijn er geboren en getogen en dat blijkt uit de bronnen die ze kunnen aanboren. Lee's vader werkt op het stadhuis en kent de burgemeester en de hoofdcommissaris van politie. Malika kan een beroep doen op leden van haar kerk en Juanita's familie zit “in de bouw”. Jenny kent alleen Jimmy, maar die kent een journalist en zijn artikel genereert veel belangstelling en toezeggingen. Hij volgt het viertal in de komende maanden, en de opening van "The Yellow Submarine" wordt breeduit beschreven, mét foto, op pagina drie van de Chicago Tribune. Het gele gebouwtje staat als een bloem tussen verdorde bladeren. Het omvat vier praktijkruimtes, een kleine zitkamer en keuken. De inrichting is praktisch maar eenvoudig, aan de muren hangen kleurige prenten en grote prikborden.
Een lid van een van de machtigste bendes, de Latin Kings, maakt zijn opwachting, tezamen met een paar van zijn maten. Na een uur met de jonge vrouwen gesproken te hebben beloven zij “protectie”, en een van hen vraagt of zijn broertje eens langs mag komen.
Ook het hoofd van de faculteit bezoekt hen met een verhuisdoos vol voorwerpen die zijn oud-studenten kunnen helpen in hun therapieën. Hij is enthousiast over het “Vollehoofdenboek”, een belangrijk onderdeel van het plan van behandeling.

Vier jaren verstrijken. Lee is nu getrouwd maar blijft werken. Ze ziet af van een salaris, hoe klein dat het al die jaren ook was. De kliniek heeft altijd tijd en ruimte te kort om allen die om hulp komen te behandelen. Ze zien veel successen maar ook een aantal mislukkingen. Hun etnische verscheidenheid blijkt tot acceptatie te leiden. Wil een Latino eerst niet door “die zwarte” behandeld worden, of een zwarte niet door “een spleetoog”, hun vooringenomenheid verdwijnt wanneer ze juist wél met Malika of Lee te maken krijgen. Veel tekeningen uit het “Vollehoofdenboek” hangen aan de prikborden. De Tribune blijft een supporter van de Submarine, maar wellicht mede omdat Chris de journalist nu de verloofde van Juanita is.
In die vier jaar wordt er twee keer in de kliniek ingebroken. Er was niets te halen, maar de ravage is enorm. De buurt en de Latin Kings zorgen ervoor dat binnen 24 uur alles weer operationeel is.
'Het zijn die van de “Black Gangster Disciples”, zegt de “luitenant” van de Kings.'
De vrouwen dringen aan er geen werk van te maken. Inbreken hoort bij "Little Hell", én er zijn geen bewijzen voor dat het de Disciples waren.
Dat het toch tot een confrontatie komt is inherent aan het leven in een wijk als Cabrini Green. Sinds een aantal maanden hangen leden van de Kings rond de kliniek. De luitenant zag in de afgelopen jaren twee van zijn broertjes en een neefje succesvol behandeld en “eer” is, evenals “belofte”, iets dat geldt, ook in die kringen.
Het is een zaterdagmiddag wanneer er schoten klinken. De kinderen in de kliniek duiken onder de tafels of verschuilen zich in de zitkamer achterin. Lee is die middag niet aanwezig, maar de andere drie vrouwen, doof en blind voor gevaar, lopen naar de buitendeur. In ''Little Hell'' is de hel losgebarsten. Twee groepen, zwart en bruin, gewapend met honkbalknuppels, messen én pistolen, vechten een langslepende vete uit, voor de deur van de Submarine. Het zal een verdwaalde kogel zijn geweest, maar het is dat projectiel dat het glas van de voordeur versplintert en zich in de onderrug van Jenny boort.

'Wat doe ik hier eigenlijk? Ik heb niks, ik heb helemaal geen pijn.' Malika en Juanita staan naast het hospitaalbed.
'Hebben ze je niet verteld wat er aan de hand is?', vraagt Juanita.
'Ja, ze hebben een kogel uit mijn rug gehaald, hij zat niet eens zo erg diep. Joh, geef me mijn kleren even, dan ga ik meteen met jullie mee.' Ze slaat de deken terug en wil haar benen over de rand leggen. Malika barst in tranen uit.
'Nou zeg ... waarom ... hoe?'
'De chirurg is nog niet bij je geweest?'
'Nee, die komt na het bezoek. Juanita, waarom doen mijn benen het niet?'
'Oh Jenny lieverd, je hebt een incomplete dwarslaesie. Je zult nog wel iets kunnen want niet alle zenuwen zijn beschadigd, maar je zult altijd in zekere mate invalide blijven.'
Handen grijpen elkaar, ze spreken niet.

Juanita's verloofde is in zijn journalistieke element. Een halve pagina, waarin uitvoerig wordt uiteengezet hoe Jenny en de kliniek een succes hun werk hebben gemaakt, dat ze na die vier jaar nog net zo weinig geld hebben als bij het opzetten van de kliniek. Dat Jenny's revalidatie een kostbare zaak zal zijn blijft niet onvermeld. In een aangehaald gesprek met José van de Latin Kings stelt deze voor dat een bankrekening op haar naam zal worden geopend. Hij zal de eerste 1000 Dollar erop overmaken. De respons is overweldigend.

In een ziekenhuiskamer vol bloemen en wenskaarten herstelt Jenny's wond voorspoedig. Ze voelt af en toe een prikkeling in haar benen en soms kan ze de tenen van haar linkervoet bewegen. Ze is echter nog steeds niet in staat om goed over een toekomst na te denken. Bij de signora blijven wonen is uitgesloten, dat beseft ze. zich. Ze zal de trappen niet op kunnen lopen. Haar werk in de kliniek zal ze niet meer kunnen doen, in ieder geval in de komende tijd niet. Daarna dan wellicht? Men kan het haar niet beloven, bij iedereen met een “incomplete” is het verloop anders.
Ze is somber tot ze een onverwachte bezoeker krijgt. Zijn hoofd half verscholen achter een enorme bos bloemen maar ze herkent hem toch.
'Jeff ...' Ze steekt haar armen naar hem uit en ze omhelzen elkaar en dat ze daarbij de bloemen pletten merken ze niet.
'Je bent met verlof? Wat heerlijk je te zien.' Hij kust haar voorhoofd en gaat op de rand van haar bed zitten, zijn arm om haar schouders.
'Hoe weet je ...?'
'Ik weet omdat ik je de afgelopen jaren gevolgd heb. Ieder artikel las ik, ik correspondeerde met Gerald, het hoofd van de Faculteit, en later met Juanita's aanstaande. Je was mijn ster en ik heb je zien schitteren.' Jenny bloost tot achter haar oren.
'Kan je nog een paar dagen blijven? Ik heb je zoveel te vertellen. Ik wil ook zo graag weten hoe het met jou is na al die jaren, waar je was en of je bereikte wat je voor ogen had.'
'Mijn “mannending”, hè?'
Jenny verstopt haar gezicht tegen zijn borst en giechelt.
'We zullen alle tijd krijgen om elkaar alles te vertellen. Ik ben gestopt met mijn legerwerk.
De Universiteit heeft mij een leerstoel aangeboden en ik heb geaccepteerd. Ik heb een huis in Cicero en daarheen zal ik je brengen.'
Jenny lacht: 'Cicero ... door jou komt er nog iets goeds uit Cicero.'
'Huh?'
'Was het niet daar dat Al Capone zijn misdaadcarrière begon dan?'
'Inderdaad. Het slechte kwam er vandaan, ik ga er het goede brengen. Jou.'

Het is lente in Cicero. Jenny zit op het terras achter het huis en kijkt naar de tuin die vol bloemen staat. De lucht is fris en geurig. In die tuin is ze een jaar geleden met Jeff getrouwd. De signora, die allang bij haar voornaam Oriana genoemd wordt, brengt haar een glas thee. Zij is, nadat het huis voor Jenny geschikt was gemaakt, bij hen komen wonen. Huishoudster, verzorgster en welkom gezelschap.
De dubbele garage is omgetoverd tot mini revalidatiecentrum. Een therapeut komt iedere werkdag uit Chicago - dat ligt tenslotte vlakbij. Hier werkt Jenny aan haar conditie voor een tweede toekomst met hetzelfde doorzettingsvermogen als waarmee ze eens werkte voor haar eerste. Het is een hard gevecht.
Ze wil geen rolstoel, alhoewel een lichtgewicht exemplaar opgevouwen in een hoek staat. Ze gebruikt liever krukken. Ze stelt haar verwachtingen hoog, maar is niet teleurgesteld wanneer het even minder gaat en zelfs de rolstoel uitgeklapt moet worden. Verbetering en dan een terugval, ze weet dat het een deel van haar leven zal blijven, maar opgeven zal ze niet.

Over drie maanden is Jeff jarig en dan hoopt ze hem haar speciale cadeau geven: hem lopend met alleen een wandelstok tegemoet gaan.

Toevoegen aan favorieten

Ingezonden door

Irene O.

Geplaatst op

17-09-2016

Over dit verhaal

Zo iemand wil je als vriendin

Geef uw waardering

Er is 8 keer gestemd.

Social Media

Tags

Doorzetten

Reacties op ‘Jenny’

Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit verhaal, een reactie plaatsen kan hieronder!

Reageren

We gebruiken uw gegevens alleen om te reageren op uw bericht. Meer info leest u in onze Privacy & Cookie Policy.

Wilt u direct kunnen reageren zonder elke keer naam en e-mailadres in te voeren? Meld u hier aan voor een account!



Merknamen en domeinnamen eigendom van Internet Ventures Ltd - website via licentie in beheer door Volo Media Ltd