Korte verhalen

Zet ook uw verhalen op 1001KorteVerhalen.nl

Heeft u nog geen account? Meld u gratis aan!

Print dit gedicht

De Dromenwinkel

Er zullen vast wel meer dromenwinkels bestaan, maar ik ken er maar eentje. Als winkeltje stelt het niet veel voor, het heeft geen etalage, alleen een raam met gordijntjes, maar op de vensterbank staat altijd een vaas met bloemen. De deur is een soort groen, dus het ziet er wel vrolijk uit.
Mensen van alle leeftijden weten het winkeltje te vinden, wat wel bijzonder is, want nergens staat dat dit ''De Dromenwinkel" is.
Binnen is het ook vrolijk. Het is alsof je in een avondlucht komt, met kleuren die je soms ziet wanneer de zon al bijna is ondergegaan: geel, oranje, beetje blauw, maar zachte kleuren, je voelt je er meteen op je gemak.
Achter een kleine toonbank staat een oudere meneer met een dikke bos wit haar. Hij heeft blauwe ogen die twinkelen achter een brilletje met ronde glazen. Niemand weet hoe hij heet en dat vindt hij niet erg. Hij weet best dat mensen voor hem namen bedenken en om sommige moet hij breed glimlachen: "De dromenkoning" vindt hijzelf nog steeds de leukste. Dat ze hem ook eens "De illusieverkoper" noemden stoort hem vreselijk en al ís een droom een illusie, hij verkoopt namelijk niets. Zij die bij hem komen krijgen wat ze willen en dat helemaal gratis. Ik weet dat uit eigen ervaring.

Er was eens een maand waarin ik lange dagen werkte. Mijn hoofd was moe en mijn dromen waren nooit vrolijk in die tijd. In mijn dromen mislukte altijd weer die dingen waar ik de dag ervoor zo hard gewerkt had. Iedere avond, in bed, hoopte ik dat er nu eens een leuke droom zou komen, maar tevergeefs. Weer ellende en narigheid. Ik werd iedere morgen somber wakker. Die middag dat ik het winkeltje ontdekte slenterde ik een beetje door de stad. Ik zag de vaas met bloemen op de toonbank: zonnebloemen. Het was alsof een stem zei: 'Kom binnen, hier vind je wat je zo nodig hebt.'
Zonder erbij na te denken opende ik de deur en stapte in een oranje-geel wereldje. Ik moet toegeven dat ik me meteen al een stuk vrolijker voelde. De man achter het toonbankje glimlachte vriendelijk naar me.
'Ik weet niet waarom ik hier zomaar binnenstap,' zei ik.
'Maar ik weet dat wel, mevrouw, want iedereen die hier binnenstapt wil hetzelfde. U wenst voor uzelf een droom. Een mooie droom, waardoor u 's morgens met een glimlach wakker wordt.'
Stomverbaasd kon ik alleen maar knikken.
De man pakte een lang doosje uit een laatje. Zwart gelakt en beschilderd met kleine veertjes. Vlaamse Gaai, dacht ik. Hij zette het voor mij en deed het deksel open. Op een bedje van fluweel lagen steentjes, mooie ronde glanzende steentjes in alle kleuren, van stralend wit tot diepzwart.
'Kies uw kleur, mevrouw,' zei hij. 'De kleur die u kiest zal uw droom maken.'
Waarom was ik niet verbaasd? Hoe kon het komen dat ik mijn bloed sneller voelde stromen? Ik keek naar elk steentje, van de witte tot de zwarte, en terug. Aarzelend strekte ik mijn hand uit. Twee kleuren leken mijn hand te sturen. De man wachtte geduldig. Ik denk dat het mijn hart was dat de beslissing nam: ik pakte het gele steentje.
‘Prima keuze mevrouw,' zei de man, 'ik kon aan uw ogen zien welke kleur u het hardst nodig hebt.'
Hij zei me het steentje vast in mijn hand te klemmen, de linkerhand, die het dichtst bij het hart zit. Hij nam me mee naar een hokje achter in het winkeltje. Er stond een stoeltje in.
'Hier blijft u zitten, een paar minuten maar, u houdt het steentje in uw vuist en druk die tegen uw borst, op uw hart.'
Alsof het de normaalste zaak van de wereld was, deed ik wat de man mij gezegd had. De warmte die ik voelde, van mijn hand naar mijn borst, was heerlijk. Ik deed mijn ogen dicht en ik dacht alleen maar aan geel, warm als de zon op een gouden strand. Ik voelde me zo rustig.
Na een paar minuten wist ik dat ik alles had genomen wat het steentje mij kon geven.
Ik bracht het terug naar de toonbank. De man nam een zacht doekje, poetste het steentje op en legde het weer op haar plek in het doosje. Hij glimlachte naar me.
'U krijgt waar u om gevraagd heeft,' zei hij.
Ik stond daar en aarzelde. De verhalenvertelster in mij had haar schakelaar op “ontvangen” gezet.
'Ben ik erg onbescheiden wanneer ik u vraag waarom u hier bent, en waarom ik hier kwam?'
'Ik ben hier omdat ik voorzie in een noodzaak. U droomde slecht terwijl u mooie dingen maakt. U werd er vermoeid en somber van. Dat hoeft u nu niet meer te zijn.'
'Ik heb het idee dat u mij een droom verkocht hebt,' zei ik, en voelde mij nogal verlegen met die opmerking.
'Maar dat heb ik ook, ik heb hem u gegéven. Dromen zijn namelijk niet te koop, weet u.'
'Vindt u het goed wanneer ik u meer vragen stel?' Hij schudde glimlachend zijn hoofd.
'Die kleuren, elk ervan staat voor een bepaald soort droom?'
Hij knikte.
'Ja, want niet iedereen wil dezelfde droom. U zocht rust, er zijn mensen die andere dingen zoeken. Kinderen nemen vaak de roze, de lichtblauwe of de lichtgroene. Hun dromen zijn zoete dromen over dingen die ze niet kunnen, of niet meer kunnen, maar wél in hun dromen. Gisteren was hier een jongetje in een rolstoel. Hij nam de felgroene, hij wilde voetballen in zijn dromen.'
Ik was er stil van en ook ontroerd.
'En die zwarte dan?’, vroeg ik.
De man zuchtte.
'Ja, die wordt soms ook genomen. Ik zie dat niet graag, maar ik kan daar niets aan veranderen. Het ergste vind ik het wanneer een jong kind een zwarte kiest. Ik ben dan echt de hele dag van slag. Wanneer ik het steentje terugneem dan leg ik het eerst even in een bakje water. Ik hou helemaal niet van die zwarte maar ook die kleur moet er zijn.
Nog één ding wil ik u zeggen: wanneer u denkt dat u weer een droom nodig hebt, neem een steentje, gewoon eentje uit uw tuin, of van de straat. Houdt het in uw hand zoals u het bij het gele deed en dénk geel. Het zal u weer een goede droom brengen.'

Ik bedankte hem hartelijk en liep op lichte voeten naar huis. Wat een fijn verhaal zou ik hierover kunnen schrijven. Ik hoefde nu ook de nacht niet meer te vrezen.
Inderdaad, mijn droom was heerlijk en ontspannend, ik liep op blote voeten langs de zee op een goudgeel strand; de zon warm op mijn rug. Ik zag bomen en bloemen en rook de zilte zeelucht. Mijn droom droeg me de dagen door.
Ik wilde nog eens met de man praten. Hem vertellen wat dat steentje voor mij betekende.

Ik heb het winkeltje nooit meer kunnen vinden.

Toevoegen aan favorieten

Ingezonden door

Irene O.

Geplaatst op

22-08-2016

Over dit verhaal

Je zou je er een wensen

Geef uw waardering

Er is 9 keer gestemd.

Social Media

Tags

Dromen

Reacties op ‘De Dromenwinkel’

  • 'Dromen zijn bedrog', zei de fantast en droomde rustig verder.

    guido van geel - 25-08-2016 om 22:47

  • Zolang je er in gelooft, zal je het altijd kunnen doen. Zolang je gelooft in die steentjes, zal je altijd mooi dromen.

    biancanicole - 20-03-2018 om 21:11

  • Verhalenvertellers geloven in wat ze schrijven. Ikzelf gebruik vaak een wit steentje, al is het maar in mijn hoofd.

    Irene O. - 23-03-2018 om 12:35

Reageren

We gebruiken uw gegevens alleen om te reageren op uw bericht. Meer info leest u in onze Privacy & Cookie Policy.

Wilt u direct kunnen reageren zonder elke keer naam en e-mailadres in te voeren? Meld u hier aan voor een account!



Merknamen en domeinnamen eigendom van Internet Ventures Ltd - website via licentie in beheer door Volo Media Ltd