Korte verhalen

Zet ook uw verhalen op 1001KorteVerhalen.nl

Heeft u nog geen account? Meld u gratis aan!

Print dit gedicht

Thorstein, het wisselkind

Een groot grijs paard met een elvenheer beweegt zich geruisloos en voor de mensen onzichtbaar door de nevels van de late nacht, in zijn mantel draagt hij het kind, de buit van zijn nachtelijke rooftocht en ergens in een boerenhofstede krijt een wisselkind door de nacht.
Honger knaagt aan de jong verwekte berserker. Het is een onverzadigbare bloedparasiet dat zich daar heeft zich genesteld in het leven van de mensen. De moeder, zich niet bewust van de diefstal van haar kind, neemt het wisselkind in haar armen om het te bedaren en fluistert zijn mensennaam ‘Thorstein’, maar pas als zij hem de borst geeft stopt het schreeuwen.
Maar, met de elf ver daarvandaan, beweegt zich reeds de grote burcht van elvenvorst mee achter de natte berkenstammen van het noordelijke woud waardoor zijn weg gaat. Het eerste licht verbleekt al de contouren van de gouden torens van het reusachtige kasteel in de ochtendhemel als de elf uit het woud treedt. Hij haast zich nu, want het zonlicht mag hem niet raken, het kind zou hem ontvallen en hij zou hier machteloos verwaaien. Want in de mensenwereld is zijn magie aan de duisternis gebonden.
De zonnestralen lossen het kasteel al bijna geheel op in wind en wolken, als de hoeven van het elvenpaard op de slotbrug klinken en de grote poort openzwaait. Dan sluit de burcht zich om de heer en het gestolen kind, zij lossen op in het magische rijk, en zijn zij voor de mensen verdwenen uit hun wereld.
In de boerenhoeve bemerkt een moeder tot haar schrik dat haar jonge kind, het wisselkind, zij weet het niet, in één nacht vier hoektandjes heeft gekregen. Maar toch met een verschrikte, angstige onzekerheid, geeft de moeder het kind opnieuw de borst, en dan bemerkt zij dat het kind teder met beide handjes de borst omvat en drinkt, het kind, de jonge geweldenaar drinkt krachtig en gretig haar melk en kijkt de moeder aan alsof hij haar angst begrijpt en haar wil geruststellen.
Het magische kind groeit op samen met de andere kinderen die in het gezin worden geboren, broers en zusters, maar al gauw blijkt hij de leider van allen, de broers zijn hem toegewijd en de zusters bewonderen zijn kracht en durf.
De jonge Thorstein, de berserker, groeit snel op tot een grote sterke man en niets in hem toont de kenmerken van zijn afkomst, in tegendeel, zelden was een jongeling zo wijs en mild en zo overtuigd van zijn macht en grootheid.
Maar zijn ogenschijnlijk geluk wordt verduisterd door een wanhopige en onbereikbare liefde die hij voelt voor zijn zuster Thora, de dochter van zijn zoogmoeder die binnen het jaar van zijn komst werd geboren, ook zij is in de jaren opgegroeid tot een prachtige, grote blonde vrouw, bijna een vrouwelijke kopie van haar vermeende broer, statig en edel in haar vrouw zijn
Maar ook zij voelt de verboden liefde en zonder het van elkaar te weten, strijden beiden een heimelijke, innerlijke strijd maar het vuur van hun hartstocht lijkt niet te bezweren, de onweerstaanbaarheid neemt alleen maar meer en meer toe.
Voor de mensen lijken zij twee gezegende, tot volle wasdom gekomen kinderen, de jonge Thorstein die lijkt voorbeschikt een groot leider te worden. Door alleen zichzelf te zijn, bindt hij de mensen, jong en oud. En zij zal, zo is men overtuigd, als een godin gelijk alleen de voortreffelijkste man waardig zijn en uit haar zullen voorzeker trotse geslachten ontspruiten en in hun sagen zal zij generaties lang hun aller moeder zijn, een Gudrun doen verbleken.
Maar dan in de nazomer, als zij dreigen te bezwijken onder hun verterende aantrekkingskracht, slaat de verrotting toe, alles begint te stinken. Een bruine mist ligt als een ziek kleed op de heuvels en in de dalen. De grauwe nevel kruipt door de velden, doodt daar het vee en op de akkers sterft de rijpe oogst tot voos vergif.
De herfst en de winter die volgen, zijn natter en kouder dan ooit. De lente daarna is te droog en verwoestend zijn de diepe nachtvorsten. De armtierige gewassen op de akkers kwijnen alleen maar. Overal na broeierige dagen slaat de droge bliksem toe en branden de bossen. Het vuur raast naar de huizen tot alleen nog zwarte palen resten. Zelfs het laatste overgebleven vee sterft aan een laatste geheimzinnige ziekte, de ellende is totaal.
De mensen, door honger en moedeloosheid verzwakt, zien het met holle ogen aan en zijn verdwaasd en tot niets instaat, ook de halfelf lijdt en staart in de nevels en daar staat Thora, zijn zuster.
Een schim van schoonheid en lieftalligheid, onaangetast lijkt zij door de doodsnood van het leven, alleen liefde, bekoring en troost straalt zij uit, hij is verslagen. Ook zij zwicht en in de nevelen vinden zij elkaar, elke remming valt van hen af, geen zondig besef weerhoudt hen meer, alleen hun wil tot het toegeven, hun lichamen zegevieren, zij geven zich over aan de vertroosting van hun warmte en aan hun geest. Later, gelukkig en uitdagend, treden zij uit de mist te voorschijn, Thorstein en Tora hand in hand.
De mensen zien hen aan, nog voor zij kunnen denken zien zij plots een woede in de grote man opwellen, want nu ineens doorziet hij de magie van zijn lot, de verboden daad heeft hem onttoverd, hij ziet de oude wereld. Bevreesd deinzen de mensen terug, hij lijkt in één hartslag veranderd in de ergste beestmens uit hun bangste sagen. Plots brult hij, de aarde trilt, hij trekt zijn zwaard, hij lijkt in brand te staan, het lemmet straalt en hij stort zich in de nevels maar nu alleen en is verdwenen. De mensen vluchten in hun wrakke onderkomens en wachten en zijn bang als de storm opsteekt. Een geweldige onweer breekt los het lijkt of de elementen strijden in het ontketende zwerk.
Nooit duurde een onweer zo lang, nooit donderden de slagen zo weids en ver, nooit flitsten de hemelse vuren zo hevig, maar tegen al dit geweld staat een nietig mensenkind, een jonge vrouw niets deert haar, niets durft haar te beroeren, geen storm, geen vuur.
Tot tenslotte als alles voorbij lijkt, verschijnt uit de nevel een ruiter in een lange grijze mantel op groot grijs paard en nadert de vrouw. Thorstein, de elvenheer buigt en neemt Thora op, zij kussen elkaar en langzaam verdwijnen zij tussen het geboomte waar twee andere ruiters als hun evenbeelden op hen wachten.
Ergens fluit een eerste vogel.

Guido van Geel

Toevoegen aan favorieten

Ingezonden door

guido van geel

Geplaatst op

23-01-2016

Over dit verhaal

'Hij is moeders mooiste niet', zei de trol en keek zijn huiself aan.

Geef uw waardering

Er is 3 keer gestemd.

Social Media

Tags

Guiovangeel Heksenzicht Saga

Reacties op ‘Thorstein, het wisselkind ’

  • Weet je ... ja, jij weet het ook. Paarlen voor de zwijnen. Sterren helpen? Nee, die verdient men.

    Irene O. - 01-05-2016 om 21:37

Reageren

We gebruiken uw gegevens alleen om te reageren op uw bericht. Meer info leest u in onze Privacy & Cookie Policy.

Wilt u direct kunnen reageren zonder elke keer naam en e-mailadres in te voeren? Meld u hier aan voor een account!

Laatste nieuwsberichten

  • 21-02 - Spanning voelen bij online spelen

    Als online casino liefhebber, wil ik graag mijn ervaringen delen van het online spelen en andere spelers ook tips geven. Het is van belang dat je gaat kijken naar De beste online poker strategieën

    In Nederland mogen we sinds 1 oktober 2021 legaal online gokken. Dit betekent dat de Nederlandse Kansspelautoriteit vergunning verleend aan gokbedrijven die voldoen aan alle eisen...

Bekijk oudere nieuwsberichten »


Merknamen en domeinnamen eigendom van Internet Ventures Ltd - website via licentie in beheer door Volo Media Ltd