Korte verhalen

Zet ook uw verhalen op 1001KorteVerhalen.nl

Heeft u nog geen account? Meld u gratis aan!

Print dit gedicht

Een engel in een lijstje

Ik heet Robbie en ik ben 10 jaar oud. Wel, eigenlijk 10-3/4 want ik wil zo graag een tiener zijn dat elke maand meetelt. Ik ben nogal groot voor mijn leeftijd en ik heb een dikke bos haar. Ik ben ook nogal mollig. Niet dat ik er als een worst uitzie natuurlijk, maar ik ben meer - zoals mijn moeder zegt - goed gevuld.
Ja, ik weet het, ik ben gek op snoep, en op ijs, en op zakken friet met veel ketchup. Trouwens, dat is gezond eten want ketchup wordt gemaakt van tomaten en tomaten zijn goed voor je. En ja natuurlijk, een dikke laag pindakaas op mijn boterham. Wanneer je daar dan een grote hap van neemt, dan lijkt het alsof je tanden aan elkaar geplakt zijn. Oh, zo erg lekker!

Mijn familie is mijn vader, mijn moeder en mijn zusje René. Ze is nog maar 6 en nog een echte baby. Ik heb ook een grootmoeder maar die woont in Australië bij haar zoon, de broer van mijn moeder. Mijn vrienden heten Jan, Piet en Klaas. Ja heus, ik maak hier geen grapje, maar Klaas noemen we altijd Kruik, vanwege zijn oren natuurlijk.

Ik ben vernoemd naar mijn overgrootmoeder Robina die 101 jaar oud is geworden. Jemig, dat is echt heel oud hè? Ik vraag me af of ze zich de dinosaurussen nog herinnerde. Ik heb haar natuurlijk nooit gekend, maar ik weet wel dingen over haar. Wanneer iemand zo oud wordt zijn er natuurlijk verhalen over te vertellen, vooral omdat het een beetje een vreemde vogel was. Moeder fronst altijd bozig wanneer ik haar zo noem, maar ik kan aan haar zien dat zij het zelf ook vindt.

Ik heb een leuke kamer, een echte jongenskamer. Ik hou van voetbal en er hangt een grote poster aan mijn muur van ene George Best, een Engelse voetballer. Ik weet verder niks van hem, maar ik vind het een toffe poster omdat mijn haar precies lijkt op het zijne. Verder staat er mijn bureautje met mijn computer, een bed natuurlijk, een kast en twee zitzakken. Tegen de kast staat mijn schaatsplank, die ik een paar maanden geleden de vernieling in reed. Er hangen ook twee ingelijste voetbalshirts aan de muur, eentje van FC Barcelona - weet je wel, dat is in Spanje - en een van de club hier in de stad. Jan, Piet en Kruik zitten vaak en graag op mijn kamer en we maken dan plannen voor de volgende dag of voor het volgende weekeinde. Wat voor plannen? Nou, gewoon jongensplannen, waarvan je hoopt dat je ouders er niets over zullen horen. Wij zijn al vrienden sinds de kleuterschool en we kunnen het reuzengoed met elkaar vinden.
Nee hoor, we zijn geen slechte jongens, al nemen we wel vaak .. eh ... risico's.

Er hangt nog wat anders aan de muur in mijn kamer, maar ik vind er niks aan. Mijn vrienden vinden het ook een duf ding en, tja, het hoort ook eigenlijk niet in een jongenskamer te hangen. Het is een oud olieverfschilderij van een engeltje. je kunt zien dat het oud is aan de kleine barstjes in de verf. Ze ziet er uit als alle andere engelen, denk ik, blond haar, een blauwe jurk en blauwe ogen. Het zijn die ogen die me behoorlijk dwars zitten; waar ik ook sta, lig, op loop, wat ik ook aan het doen ben, overal voel ik die ogen. Ik ben er nu eigenlijk wel aan gewend en heb ik er minder last van; Piet noemt het een engel-in-een-lijstje, omdat er een vergulde lijst omheen zit. Kruik stelde voor er een zakdoek voor te hangen. Ach, het is een familieerf stuk, het was van overgrootmoeder Robina, dus moet je er wel een beetje respect voor opbrengen. Een van de verhalen over haar gaat over dat schilderijtje. Ze zei dat het tegen haar sprak. Nou ja, als je zo lang leeft als zij, dan kan je je voorstellen dat het in haar bovenkamer een beetje vreemd geworden was.

Ik ben een goede slaper. Zodra mijn hoofd het kussen raakt slaap ik, in tegenstelling tot mijn zus René, die soms een nachtmerrie heeft en ons wakker maakt met haar geschreeuw. Ik droom veel en vaak alleen maar over leuke dingen, en over die dingen die mijn vrienden en ik uitgehaald hebben; juist ja, die dingen waarvan je hoopt dat je vader en moeder er nooit over zullen horen ...
Veel dromen zijn interessant, maar alleen voor mij. Hoewel wij jongens echt overal over praten, zal ik ze nooit over mijn dromen vertellen. Nu ik eraan denk, de interessantste dromen heb ik na een verjaardag, zoals na mijn zevende. Ik had een fiets gekregen, een prachtige rode glanzende fiets. Mán, wat was ik er blij mee. 's Avonds in bed dacht ik er aan, hoe hij in de schuur op me wachtte. Ik droomde toen dat iemand probeerde de schuurdeur te forceren om mijn fiets te stelen. Ik werd met een schok wakker, deed het licht aan en deed mijn raam open. Wat denk je? Daar zie ik iemand met een soort gereedschap bij de schuur. Ik schreeuwde: hé maak dat je wegkomt dief, ga bij die schuur vandaan! De hond van de buren begon te blaffen en hier en daar gingen meer lampen aan. De volgende morgen vonden we houtsplinters en een breekijzer bij de schuur. Moeder vroeg hoe ik kon weten dat er een inbreker bezig was. Ik haalde mijn schouders op en mompelde zoiets als "ik denk dat ik een geluid hoorde".

Soms is het hebben van vrienden leuk omdat je iets krijgt wat je heel graag wilt hebben terwijl je niet jarig bent, zoals een schaatsplank. Jan en Kruik hadden er al een en Piet en ik zanikten net zo lang tot onze ouders toegaven. Wij gingen dus op schaats-expedities. We waren er erg goed in en werden echte waaghalzen. We hadden de grootste lol, in tegenstelling tot onze stadsgenoten die vaak uit ons pad moesten springen. We zaten in mijn kamer te kijken naar een video op YouTube; jongens in Amerika die de vetste dingen konden uithalen met hun planken. We besloten om het morgen ook eens te proberen. Die nacht droomde ik. Het was mijn moeder die tegen me zei: Robbie, wees voorzichtig, schaatsplanken zijn fijne dingen maar ze kunnen ook erg gevaarlijk zijn. Ze keek me aan met strenge blauwe ogen. Blauwe ogen?? Mijn moeder heeft bruine ogen. Ik dacht er verder niet meer aan en de volgende dag vernielde ik mijn schaatsplank en brak mijn arm. Hoe dat kwam? Wel, dat betonnen trapje bij het station, we zijn eraf geschaatst.

Zomers zijn de fijnste seizoenen voor ons vieren. We maken lange fietstochten, verkennen bossen, jagen schapen een weide door; en we zwemmen in het riviertje, springen dan van de brug en maken bommetjes. Het was midden juli en heet. We spraken over wat we morgen gaan doen: zwemmen natuurlijk, boterhammen mee.
Die nacht droomde ik dat ik bij het riviertje stond en een kano met twee jonge mannen erin zag aankomen; ze gingen behoorlijk snel en letten niet erg goed op. Hun kano raakte een pilaar van de brug, kapseisde en zonk. De mannen zwommen naar de kant maar hun kano bleef op de bodem achter.

Zoals de dag ervoor was afgesproken vertrokken we vroeg. We stoeiden wat, trokken onze kleren uit en klommen op de brug. Ik zei: hé jongens, we springen altijd van de rechterkant, laten we eens van links springen. Maar Kruik had al gesprongen en kwam schreeuwend boven, bloed stroomde langs zijn arm.. Hij had iets geraakt dat in het water lag. We bonden een shirt om zijn arm en raceten naar huis. Het was een lange en diepe snee die 21 hechtingen kreeg. Later die dag haalde de brandweer een gezonken kano uit het water. Wat er over was van die zomervakantie was niet echt leuk meer. We deden wel veel bordspellen, Monopoly en Scrabble.

Mijn elfde verjaardag kwam: Gefeliciteerd ikke, hij viel op een zaterdag. Het was herfst en het weer was koud en regenachtig. Ik noch mijn vrienden vonden de herfst prettig omdat er dan zo weinig leuke dingen uit te halen waren. Het enige echt leuke was dus mijn verjaardag. Moeder had een cake gebakken en we mochten net zo veel frisdrank drinken als we wilden. Die avond aten we friet met een heleboel ketchup. Mijn vrienden waren zowat de hele dag bij me en ik voelde me echt moe, en ook een beetje ongemakkelijk in mijn maag, toen ik naar bed ging.

Ik dacht dat ik nog wakker was. Ik keek naar het engelenschilderij dat leek te glinsteren en ... als een soort geest kwam ze uit haar lijst. Ze stond aan de voet van mijn bed. Het was inderdaad een blauw kleed dat ze droeg, tot op de grond. Ze stond heel stil, met haar handen gevouwen over haar maag. Ik was absoluut sprakeloos. Ze begon zacht tegen me te praten terwijl ze me strak aan bleef kijken.

"Ik heb al deze jaren over je gewaakt. Je hebt nooit geweten dat ik het was die jou waarschuwingen gaf. Dat was ook hoe het moest zijn. Het was mijn missie, mijn laatste opdracht. Nu is het niet de tijd voor een droom, ik moet nu echt met je praten. Er gaan dingen met je gebeuren, dingen die allen verdrietig zullen maken en die jou een tijd heel ziek zullen doen voelen. Echter, na je dertiende verjaardag zal alles beter zijn. Dat is wat je goed moet blijven herinneren wanneer je je zo slecht voelt: wanneer je dertien jaar oud zult zijn zal alles goed zijn".

Het was alsof een hand haar bij de hals van haar jurk weer terug in haar lijst trok. Ik werd de volgende ochtend wakker en voelde me moe en ziek. Twee weken later ging mijn moeder met mij naar de huisdokter.

Wel, de uitslag was niet goed, helemaal niet goed. Ik had het verwacht en was lang niet zo van de kaart als mijn familie en mijn vrienden. Kruik, altijd al een beetje een watje, huilde. Ik bleef zeggen dat alles goed zou komen, echt waar, alles zal goed komen, maar ondertussen voelde ik me doodziek op die dagen dat ik in het ziekenhuis dat spul in me kreeg dat me beter zou maken. Leukemie was wat er met mij aan de hand was.
Ik kon vaak niet naar school, en Jan, Piet en Kruik kwamen me dan huiswerk brengen. Ik wilde beslist niet achterraken. Ze probeerden me altijd vrolijk te maken en, op goede dagen, dolden we wat af in de gangen van het ziekenhuis. Ik in een rolstoel, een van de maatjes die me duwden. Ik zei ze vaak dat ze plezier moesten maken ook wanneer ik er niet bij was, maar ze deden nooit wat samen. Jan zei eens, twee en vier zijn goede getallen, drie is niks. Zonder jou erbij voelt het niet goed. Ik was daar echt ontroerd over en wist dat wij altijd vrienden zouden blijven.

Mijn twaalfde verjaardag bracht ik door in het ziekenhuis. Mijn ouders en René kwamen op visite. Ze hadden geen cadeau voor me, maar moeder zei dat ze mijn kamer zou opknappen; een nieuw behangetje, frisse verf, een groter bed en een nieuw bureau. Of ik die poster van George Best wilde bewaren? Nee, zei ik, haal die maar weg. Mijn haar lijkt niet meer op het zijne. Nee, inderdaad niet. Ik had al mij haar verloren en droeg een pet. De vrienden kwamen ook natuurlijk en brachten een lading snoep voor me mee. Ik durfde hen niet te vertellen dat ik helemaal niet meer van snoep hield. Ik had helemaal geen trek, al maanden, en ik was ook al lang niet mollig meer. Natuurlijk at ik wel, maar wat ik het liefst at waren zoute haringen en ijsjes. Voordat ik ziek werd at ik nooit zoute haringen, nu lustte ik er wel een (of twee) elke dag.

De maanden kwamen en gingen; ik was nu veel vaker lang thuis en ik vond mijn nieuwe kamer echt gaaf. Moeder had er een echte tienerkamer van gemaakt. Aan mijn muren hingen nu posters van Australië die mijn oma had opgestuurd. Ook de engel in haar lijstje hing nog op haar plaats. Was het een lichtspeling, of kwam het door de frisse nieuwe verf dat het schilderij er verbleekt uitzag? Ik wachtte tot ze weer bij me zou komen, in een droom of aan de voet van mijn bed. Ze kwam nooit.
Ik kon weer naar school, gelukkig dat ik niet achter was geraakt. Ik zat nog steeds met mijn vrienden in dezelfde klas en ik was hen dankbaar dat ze mij zo hadden geholpen met het huiswerk, ook wanneer ik me ziek voelde.

Het was weer oktober, mijn verjaardagsmaand. Je kunt je voorstellen hoe ik naar doe dag verlangde. Ik voelde me sterker, was niet meer zo dun en de zomerzon had me een kleurtje gegeven. Ik kon zien dat mijn familie en mijn vrienden begonnen te geloven dat ik snel genezen zou zijn. Ik had hen dat zo vaak verzekerd wanneer ik zag dat ze verdrietig waren, en soms zeiden zij: het is je optimisme dat jou beter heeft gemaakt. Je zei altijd: wanneer ik dertien zal zijn dan zal ik genezen zijn. Ik glimlachte dan, maar vertelde hen nooit over de belofte van de engel. Ze zouden me voor gek hebben verklaard.

Het was een rustige en gelukkige verjaardag. Ik was niet langer een kind maar een tiener. Mijn dokters hadden me gezegd dat ze me nu vaak genoeg gezien hadden in die twee jaar en dat ik voor een controleonderzoek kon terugkomen voor mijn volgende verjaardag.

In het heldere winterlicht leek het engelenschilderijtje nog bleker. Ik pakte het van het haakje en bekeek het eens goed. Ja, die blauwe ogen straalden niet meer, de jurk leek eerder wit dan blauw en ook het haar was bijna wit. Wat gebeurt er in die lijst, vroeg ik me af, en wat had ze bedoeld toen ze zei dat ik haar laatste missie was ...

Op een ochtend, vlak voor we naar Australië zouden afreizen om mijn grootmoeder te bezoeken, zag ik dat alle kleur was verdwenen en dat de vergulde lijst om een leeg linnen doek zat.

De reis naar de andere kant van de aardbol was fantastisch. Ik noch René hadden ooit in een vliegtuig gezeten en we genoten van iedere minuut. Het was verdraaid heet in dat land, maar oom had een groot zwembad in de tuin en daar waren we elke dag te vinden. Ik leerde eindelijk mijn grootmoeder kennen en, hoewel al tegen de tachtig , was ze nog een knappe vrouw met een berg energie. Haar moeder was 101 jaar oud geworden, dus het zou me niets verbazen wanneer mijn oma ook zo oud zou worden.

De achtertuin had een schaduwrijke plek met een bankje. Op een middag nam oma me er naar toe. Ze wilde eens met mij alleen praten. Het was er koel en rustig en de lucht rook naar bloemen.
'Ze is weggegaan hè', zei ze.
Ik begreep wat ze bedoelde en ik knikte.
'Ze zei dat ze weg zou gaan wanneer ze haar laatste missie had volbracht', zei oma.
Ik was stomverbaasd: 'Ik begrijp niet hoe u dat kunt weten, ze sprak tegen uw moeder, maar nooit tegen u', zei ik.
Mijn grootmoeder glimlachte: 'ja, ik heb het nooit aan iemand verteld, zoals ook jij het nooit aan iemand vertelde. Weet je, dat schilderij was honderden jaren in het bezit van de familie. Het was het portret van een van onze voorouders, de enige in al die generaties die blauwe ogen had; ieder ander had altijd bruine ogen. Zij is jong gestorven. Soms sprak ze in honderd jaar tegen niemand. Mijn moeder gaf het aan mij met een boodschap: ik moest het bewaren en doorgeven aan een achterkleinkind dat geboren zou worden, een kind dat naar haar vernoemd werd. De engel heeft maar eenmaal met mij gesproken, om me te zeggen dat ik het land zou verlaten en dat nu de tijd was gekomen om het schilderij aan jou te geven. Haar missie was om over je te waken, en ik geloof dat ze dat ook deed. Wanneer haar missie voltooid was zou ze gewoon verdwijnen'.
Ik knikte weer, wist werkelijk niets te zeggen.
We zaten daar enige tijd, ieder met eigen gedachten.
Toen zei ik: 'oma, ze heeft heel erg goed over me gewaakt, ze waarschuwde me en ze gaf me hoop en vertrouwen. Wat moet ik nu doen zonder haar?'
Oma, de wijze oma pakte mijn hand en legde die op mijn borst op de plek van mijn hart.
'Zonder haar', zei ze, 'maar realiseer je je niet dat ze jou niet heeft verlaten? Ze verdween van het linnen maar kwam in je hart wonen. Bij alles wat je zult doen in de jaren die komen zal je haar kunnen oproepen en zij, en je gezonde verstand zullen je vertellen wat je moet doen'.

Ik lachte en keek haar aan. Ik heb nooit geweten dat ze heldere blauwe ogen had.

Toevoegen aan favorieten

Ingezonden door

Irene O.

Geplaatst op

15-01-2016

Over dit verhaal

Een hechte vriendschap tussen vier jongens, én een beetje mysterie.

Geef uw waardering

Er is 4 keer gestemd.

Social Media

Tags

Vriendschap

Reacties op ‘Een engel in een lijstje’

Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit verhaal, een reactie plaatsen kan hieronder!

Reageren

We gebruiken uw gegevens alleen om te reageren op uw bericht. Meer info leest u in onze Privacy & Cookie Policy.

Wilt u direct kunnen reageren zonder elke keer naam en e-mailadres in te voeren? Meld u hier aan voor een account!

Laatste nieuwsberichten

  • 21-02 - Spanning voelen bij online spelen

    Als online casino liefhebber, wil ik graag mijn ervaringen delen van het online spelen en andere spelers ook tips geven. Het is van belang dat je gaat kijken naar De beste online poker strategieën

    In Nederland mogen we sinds 1 oktober 2021 legaal online gokken. Dit betekent dat de Nederlandse Kansspelautoriteit vergunning verleend aan gokbedrijven die voldoen aan alle eisen...

Bekijk oudere nieuwsberichten »


Merknamen en domeinnamen eigendom van Internet Ventures Ltd - website via licentie in beheer door Volo Media Ltd