Korte verhalen

Zet ook uw verhalen op 1001KorteVerhalen.nl

Heeft u nog geen account? Meld u gratis aan!

Print dit gedicht

schaduw

Schaduw © istvan koning


Hij kon niet zo goed tegen de hitte.
Vooral niet als het er nog erg vochtig bij was.
Het drukkende, zware onweersgevoel hing al de hele dag als een loden deken om hem heen en altijd kreeg hij er hoofdpijn van.
Zo ook vandaag.
Zodra hij wakker werd, na een klamme onrustige nacht, wist hij al dat het een zware dag zou worden.
Bizarre dromen hadden hem gekweld en vele gezichten waren in die dromen hem voorbij gesneld.
Het natbezwete bed getuigde van de nachtmerries.
Hij was jarig die dag en hij bevond zich in Italië, alleen.
Niet uit mensenvrees of andere meelijwekkende oorzaken, maar gewoon omdat hij verkozen had alleen te zijn, dan hier, dan daar te zwerven langs plekken die hem beroerden.
Oud was hij wel en soms voelde hij zich ook zo.
Dan daagde wel eens de gedachte een veilige plek op te zoeken
in de buurt van een ziekenhuis of familieleden, zodat hij in geval van lichamelijke nood wellicht enige steun zou kunnen verwachten.
Maar zijn geest was jong en assertief, dus besloot hij liever onderweg te sneuvelen in zijn passie tot dwalen.
Op zo'n leeftijd versta je de kunst van het leven en is datzelfde leven allang geen jeugdig kunstje meer, maar een bedachtzaam voortgaan in de tijd, een omgaan met elk mens en elke dag, als een traktatie.
De zwoele hitte van de morgen maakte hem niet blijer met zijn verjaardag, want hij zag zijn dag zich afspelen onder bomen en parasols.
Veelvuldig pakten nevels zich samen tot dikke wolken, dreigend van kleur met witte vlokken erin.
Onweerskoppen, wist hij.
Het zou een dag worden met zo min mogelijke activiteit.
Het was tien uur in de morgen en het kwik riep dat het drieëndertig graden was.
Hij zuchtte en verlangde opeens naar de koelte van de Hollandse velden,
waarin van Gogh zijn naam liet schrijven.
Verlangde naar zijn appartementje bij de zee, niet groot, maar met koelzilte frisheid.
O zeker, het was een prachtig land, Italië, waar de etruskische adem terug te vinden was en waar de beeldhouwwerken aan je voorbij trokken alsof het voorbijgangers waren en waar schitterende landhuizen rondgestrooid lagen tussen olijven, ceders en pijnbomen.
Maar het was ook een land waar de zon meedogenloos probeerde je te verschroeien, als je niet maakte dat je ergens in de schaduw kwam.
Hij herinnerde zich hoe hij vroeger met andere kinderen uit de buurt schaduwtikkertje speelde, waarbij ze probeerden op elkaars schaduw te trappen.
En ook, dat zijn moeder zo hard had gelachen, toen hij probeerde
op zijn eigen schaduw te springen, alsof het een vreemd ding was, die je met boosaardige bedoelingen bleef achtervolgen.
Daar moest je van af zien te komen voordat het te laat was, want als hij je zou opslokken, moest je voor eeuwig in het donker leven.
Vreemd, dacht hij, nu verlang je zo naar die schaduw van dingen.
Wat zou het niet een uitkomst zijn om in je eigen schaduw te kunnen zitten, zoals een eekhoorn.
Als de vochtige nevels de zon even doorgang verleenden werd het zo heet, alsof je door duizend wespen werd gestoken.
Zijn hart bonkte onder zijn ribben en zijn hoofd gonsde van het naderende onweer.
Hij bevond zich op de piazza in San Gimigniano en keek om zich heen.
Dit magnifieke plein was bezaaid met kopende en kijkende mensen, die allen de culturele zonnebril hadden opgezet.
Er bekroop hem een vreemd gevoel, een gevoel van dreiging en onbestemde nervositeit.
Een gevoel van opdoemend gevaar, wat hem kippenvel bezorgde op zijn rug.
Kippenvel in deze hitte, dacht hij en voelde zich, zonder het te weten, onveilig.
Hij ging zitten op de trappen rondom de gebeeldhouwde fontein in het midden van het plein en keek naar al die wezens rondom hem.
Het leek alsof ze allemaal een doel hadden.
Ze waren stuk voor stuk ergens mee bezig, kwamen ergens vandaan en gingen ergens naar toe.
Alles volgens een plan.
Een plan dat hij niet kende.
De drukkende stekende pijn in zijn borst baarde hem geen zorgen, die was hem vertrouwd.
Maar toch was er dat ongrijpbaar angstige gevoel rondom hem, dat hij niet kon thuis brengen.
De zon was naar zijn hoogtepunt gestegen en had de schaduwen van de mensen heel klein gemaakt.
Ineens wist hij het, hij zag het of liever gezegd, hij zag het niet.
Hij keek naar zijn voeten en onder zijn benen.
Een golf van paniek spoelde door hem heen.
Hij sprong overeind en draaide rond en rond als een balletdanser.
Met holle ogen zocht hij de oude stenen, langs en onder zijn voeten, af om in een donderende slag van verbijstering te ontdekken dat zijn schaduw er niet meer was.
Een golf van onraad deed hem rondspieden naar een mogelijke daders, die hem deze poets gebakken hadden, maar de mensen gingen gewoon door met wat ze deden, zonder op de pirouettende clown te letten.
Ben ik dood of droom ik weer, want zonder schaduw ben je niemand, besta je niet.
Hij sloeg wild de armen om zijn schouders, die stevig aanvoelden.
Hij hief zijn handen ten hemel en voelde de zonnehitte op zijn palmen.
Een voorbijganger stootte hem per ongeluk aan en hij deed een wankele stap opzij.
De passant scheen niets gemerkt te hebben.
Een ambulance kondigde zich aan op het plein en hij rende er heen, want in het ziekenhuis konden ze vast wel verklaren wat er met hem aan de hand was.
De zon was verdwenen achter dikke grijze massa's, waaruit de eerste bliksem de wolken stiletteerde.
Er volgde een daverende donderklap, zo hard en zo ontzagwekkend, dat het leek of hij met twee geweldige vuisten op zijn hoofd werd geslagen.
Hij gaf een gil. De mensen werden stil en staarden hem aan.
Hij zag voeten en benen met daarboven de gezichten en realiseerde zich dat hij op de grond lag.
Twee mannen in korte witte jassen hurkten bij hem neer.
De een goot een vies smakend water in zijn mond en maakte zijn hals en hoofd nat.
Ze gaven hem nog meer te drinken en hij proefde zoute tabletten in zijn mond.
Hij probeerde zich op te richten, maar zijn lichaam was te zwaar om het alleen te kunnen.
Ze ondersteunden hem en hij zat met zijn hoofd naar beneden.
Hij zag zijn handen zich verkrampt knijpen in de ronde keien van het plein.
Oude stenen houdt me vast, dacht hij, houdt mijn oude lichaam vast.
De wolken braken voor een kort moment uiteen en lieten even wat zonnestralen door.
Even maar, maar net lang genoeg om te zien dat zijn armen en handen op de keien zijn schaduw lieten zien.
"Mijn schaduw" schreeuwde hij,"hij is er weer. Kijk dan!!"
Hij schaterde luidkeels en wees met gestrekte arm, terwijl de tranen hem langs het gezicht liepen.
"Wartaal," zei er een," dat heb je wel meer bij een zonnesteek."
"Je kan er compleet gek van worden." zei een ander.
Hij was te slap en te zwaar om op te staan en de mannen in korte jasjes hielpen hem de ambulance in, die geruchtmakend het plein verliet.
Badend in het zweet sloeg hij de ogen op.
Het tweetonige signaal van de ziekenauto drong door in zijn hotelkamer.
Razendsnel vloog hij het bed uit en stond voor het raam, nog juist op tijd om de achterkant om de hoek te zien verdwijnen.
De straat baadde zich in het zachte zonlicht en de lucht beloofde hem een mooie dag.
Hij snelde naar buiten en stond in de volle zon.
Naar beneden keek hij en glimlachte.

Toevoegen aan favorieten

Ingezonden door

iakon

Geplaatst op

18-07-2015

Over dit verhaal

soms weet niet zeker of je droomt of niet.

Geef uw waardering

Er is 4 keer gestemd.

Social Media

Tags

Ambulance Droom Werkelijkheid

Reacties op ‘schaduw’

Reageren

We gebruiken uw gegevens alleen om te reageren op uw bericht. Meer info leest u in onze Privacy & Cookie Policy.

Wilt u direct kunnen reageren zonder elke keer naam en e-mailadres in te voeren? Meld u hier aan voor een account!



Merknamen en domeinnamen eigendom van Internet Ventures Ltd - website via licentie in beheer door Volo Media Ltd