Kees.
( uit het Brabants sagenboek)
Er was ereis een boerke die, op een kwaaie dag, zijn enige koe moest verkopen, het is daarom dat hij met het mager scharminkel naar de Antwerpse markt was gesjokt.
De tijden waar slecht, en veel geld had het schonkig beest dan ook niet opgebracht, ‘Dat is niet meer dan een worstkoe’, had hem de dikbuikige handelaar recht in zijn gezicht gespuugd, hij werd bijna bedwelmd door ‘s mans jeneverlucht en eer hij het wist stond hij daar, zonder koe, met een hand vol te weinig franken, midden in die grote stad, uren ver van huis , ver van zijn boerderijtje, dat, ergens aan de rand van de Kempen op hem en de frankskes lag te wachten.
En nu was hij op weg naar huis, maar het zat hem allemaal niet lekker, zeker niet om thuis te moeten komen, want alles was verkeerd gegaan tussen die gladde stadsen.
Terwijl hij daar zo voort stapte en piekerde over zijn zondig gedrag, hoorde hij een vreemd gerommel in de grond onder oude Antwerpse straatweg.
En daar in de eenzaamheid barstte plots de straat open en er steeg een roodgroene walm op, een zwaveldamp, uit de onderwereld, en zie, er kroop een geweldig grote hond uit, het boertje deed het spontaan in de broek, hij bibberde van angst, de helhond stond groot en kwijlend voor hem, het ondier was groter dan ooit een hond kon zijn, het monster torende boven de boer uit en sprak met een stem die galmde als uit de krochten van het inferno, ‘Wee gij, boer, waar zijn je franken?’
De boer zakte door zijn knieën en stamelde, duizend doden stervend, ‘kik, kik ben ze kwijt’. ‘Wee gij boer, waar zijn je franken’ donderde het helse beest. Kik heb te veel pinten gevat, ze hebben m’n franken gepakt’ kermde de boer. ‘Wee gij, boer, waar zijn je franken’, bulderde ten derde male het satanisch creatuur.
De boer stierf bijkans ‘Bij de madammekes, kik heb gepoept bij de madammekes’, snikte ie, ‘O gottegot’ ontsnapte zijn worgende keel en meteen barstte boven hem een krijsend ‘Zwijg, zwijg, gij vervloekte, zwijg’.
Ons boerke viel voorover en sidderde als een geslacht varken.
Weer klonk een geweldig, ‘Wee gij boer, wee gij, zwijg, hoor wat de Meester van de verdoemde, Heer van de eeuwig martelende vuren, je aanbiedt’.
Het kwam het boertje voor dat hij opgetild werd uit een peilloze val naar de verdoemenis en hij hoorde, ‘Kees, Kees zal je zoon heten en Kees zal zijn zoon heten en halen zal ik jullie als ooit de ketting van de Kezen breekt’.
Daar lag de boer nog te bibberen van de angst en de kou, op de oude Antwerpse straatweg, weg was de keeshond en om hem heen lagen dukaten, oude maar gouden dukaten, meer dan genoeg om wel tien Kezen rijk te laten leven. De boer graaide de duivelse schat bij elkaar, propte zijn zakken vol en vloog op huis aan.
Thuis lag zijn vrouw, net moeder geworden, met de boreling in de armen toen hij binnen stormde, ‘Kees, zullen we hem noemen, Kees, Kees!’ schreeuwde hij, ‘We zijn stinkend rijk’, schreeuwde hij door, ‘Dat ruik ik’, zei de jonge moeder.
Guido van Geel
Ingezonden door
Geplaatst op
08-02-2015
Over dit verhaal
'Pecunia non olet', zei de toiletjuffrouw en keek op het schoteltje
Geef uw waardering
Er is 3 keer gestemd.Social Media
Tags
Guidovangeel Sage VolksverhaalReacties op ‘Kees.’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit verhaal, een reactie plaatsen kan hieronder!
Reageren
Laatste berichten op het forum
- 14/08 verhaal van de dag
- 18/06 [s]hooi[/s] hoi
- 08/03 Goedkeuring verhaal
- 15/11 Eerste stuk van Dreambender
- 15/11 VERHALEN WEDSTRIJD!!!
- 31/10 Dit ben ik....
- 21/07 Vraag aan iedereen hier!
- 03/07 Wie kent het verhaal Jumbo
- 20/06 Hallo
- Naar het forum »
Laatste nieuwsberichten
-
21-02 - Spanning voelen bij online spelen
Als online casino liefhebber, wil ik graag mijn ervaringen delen van het online spelen en andere spelers ook tips geven. Het is van belang dat je gaat kijken naar De beste online poker strategieën
In Nederland mogen we sinds 1 oktober 2021 legaal online gokken. Dit betekent dat de Nederlandse Kansspelautoriteit vergunning verleend aan gokbedrijven die voldoen aan alle eisen...