Summer (I)

De schuif met het keukengerief was open. Iets wat zijzelf had veroorzaakt. De vorken, lepels en messen blonken door het licht dat op hen viel. Het schrille, geelachtige licht, uit een te futuristische lamp voor dit oubollig huis, viel op de vorken, lepels en messen. Vooral de messen zagen er aanlokkelijk uit in de chocoladebruine ogen van het meisje. Bijna had ze één van de messen, dat in haar ogen het meest zat te blinken door het licht, genomen en als ze eenmaal het mes in haar hand zou hebben zou ze de scherpe kant van het mes haar huid laten ontmoeten maar dat mocht niet.

‘Dat doe je nooit meer!’ Hoorde Summer haar moeder in haar achterhoofd gillen.

Ja, Summer was haar naam. De zomer. Liefde, vrolijkheid en de zon dat zou de zomer moeten bevatten. Maar bij haar was dat niet het geval. Die vrolijkheid kon je meteen al weg schrappen, de zon scheen niet dus die kon je ook wegschrappen, liefde was te gecompliceerd om het liefde te noemen dus die kon je ook al wegschrappen van het zomerse lijstje. Er bleef niets over van de lijst. Niets. Haar moeder, mager van stuk, zou haar dochter beter “Thunder” hebben genoemd. Wisselvallig, zomaar invallend dat zou de donder moeten zijn. Wisselvallig dat was ze vaak wel en zomaar invallend kon Summer ook wel zijn. Ze kwam dus tot het besluit dat “Thunder” een betere naam zou zijn voor haar. Hij zou beter bij haar passen dan haar echte naam dat deed.

‘Toen ik je voor het eerst zag wist ik dat je de zomer in mijn leven zou worden dus noemde ik je: Summer. Je liet mij in de winter dat kleine, wonderbaarlijke stukje van de zomer zien. Je bent de zon in mijn leven, schat.’ Zei Quinine, Summer ’s moeder, eens als Summer achter de afkomst van haar naam vroeg.
Het was niet dat Summer er veel naar vroeg, neen, dat deed ze niet maar nadat ze het die ene keer had gevraagd kreeg ze dit antwoord. Het zou beeldschoon moeten klinken in haar oren maar Summer zelf vond het walgelijk klinken. Ook al kon ze dat gevoel niet meteen verklaren. Het was zo’n gevoel dat je voelt maar niet kunt verklaren. Ja, zo’n gevoel.

Summer strekte haar arm uit waardoor haar vingertoppen de rode kant, de houvast, van het mes raakte. De stem van haar moeder begon weer van alle dingen te schreeuwen in haar hoofd. Het was een beetje psychopathisch dat ze steeds de stem van haar moeder in haar hoofd hoorde maar toch hoorde Summer deze stem vaak. Te vaak naar Summer ‘s zin.

Haar moeder ’s stem gilde dingen zoals: ‘STOP!’ , ‘JE GAAT TE VER!’ , ‘IK ZAL JE WEL STRAFFEN ALS IK ER ACHTER KOM DAT JIJ HET ZELF HEBT GEDAAN!’ , ‘JE GAAT ER AAN!’ , ‘IK VERTEL HET AAN JE VADER EN JE WEET WAT ER DAN WEL NIET VOLGT!’ , ‘GODVERDOMME!’

Maar ze deed of ze deze dingen niet hoorde. Summer wou het niet horen dus
werd ze opeens selectief doof. Simpel, zo geklaard. Ze tilde het mes op met moeite. Het leek wel alsof ze een gewicht van 250 kg optilde. Wat het natuurlijk niet was. Eenmaal ze het had opgetild en de schuif had toe geduwd met haar zij, viel het mes met een smak op de grond. Summer ’s trillende handen waren de oorzaak geweest van de val van het mes. Haar handen trilde altijd, het zou raar zijn als ze dat niet deden. Maar nu? Nu bleken ze nog meer te trillen. Ze bleken zo hard te trillen dat het niet meer normaal was te noemen, alsof ze een afkickende junkie was die als afkickverschijnsel trillende handen had meegekregen. Heel lastig. Maar wat aan Summer was er wel normaal te noemen? Wat aan Summer was er niet lastig te noemen? Als ze doodnormaal was dan, als ze niet lastig was dan.. Neen, daar mocht ze nu niet gaan over nadenken. Misschien een andere keer maar niet nu. Een paar zijwaartse blikken later raapte ze het mes weer op. Summer omklemde het mes zo hevig dat haar hand straks vuurrood of lijkwit zouden zien maar ook zodat het mes niet meer uit haar hand viel door de trillingen van haar handen. Perfect. In slow motion liet ze de scherpe kant van het mes naar haar huid gaan. Eenmaal het mes op haar bleke huid stond twijfelde Summer nog even. Maar uiteindelijk was de knoop door gehakt. Met tranen in haar ogen begon ze nieuwe schrammen te maken. Ze wou dit niet, ze mocht dit niet.. Niet nadenkend over de gevolgen bleef ze maar door gaan. Door en door, tot het bittere einde moest Summer gedacht hebben. De tranen rolde ondertussen al als gekken over haar gezicht.

Na een tiental minuten en een nieuwe collectie schrammen liet ze zichzelf vallen op de grond met het verdoemde mes nog steeds in haar hand. De harde en betegelde grond, daar liet ze zichzelf op vallen. Het mes gooide ze uiteindelijk een aantal meters voor haar uit. Summer besefte nu pas echt wat ze zichzelf had aangedaan. Ze besefte nu pas dat ze weer was begonnen met haar zelfverwonding. Die in een ver verleden al eens eender was opgedoken en nu weer was komen opborrelen. Godverdomme. Dit mocht niet, dit was verkeerd.

© Copyright JustAGirlCalledAlison

Ingezonden door

JustAGirlCalledAlison

Geplaatst op

11-07-2013

Over dit verhaal

Het levensverhaal van Summer; een ietsje abnormale tiener

Tags

Kapot Meisje Mes Verdriet Zelfverwonding