Als je alles kwijt bent

Ik wilde op mijn vrije dag eens wat anders doen dan ik normaal doe. 'Normaal' voor mij was: de stad in gaan, beetje shoppen, hapje op een terrasje, mensen kijken. Ik hou van het kijken naar mensen, want al lijken ze allemaal op elkaar - zeker die meisjes van tegenwoordig - ik probeer dan toch iets aan een van hen te zien dat al die anderen niet hebben. Kijken naar mensen is echt iets waarvan je kunt leren.
Die ochtend, knabbelend aan mijn ochtendboterham, dacht ik opeens: Joh, Henk, heb je zo langzamerhand niet alles al gezien. Goed beschouwd zit je voor 99% naar dezelfde mensen te kijken. Je weet allang dat zwangere vrouwen allemaal hetzelfde lopen, oude mannen en vrouwen ook, al zit daar toch een verschil in. Je ziet dat bijna iedereen met een rollator dat ding verkeerd gebruikt, alsof ze een kinderwagentje duwen.
Ik besloot dus vandaag eens wat anders te gaan doen, in de hoop iets nieuws te zien.
Nou, die gedachte, een wens was het eigenlijk niet, gaf mij een dag om nooit meer te vergeten.

Het was een zomerse dag en al het groen rond mij gaf me een gevoel van koelte. Het rook er ook beslist lekker. Ik was al een tijdje aan het rondwandelen en had nog geen mens gezien. De enige kleine dilemma's waren: ga ik linksaf of rechts. Niet dat het wat uitmaakte, want wanneer rechts niet de juiste weg bleek, nam ik de volgende keer gewoon links. Ach, het was een spelletje dat ik speelde met mijzelf. Ik wist donders goed waar ik was en wat ik deed. Na nog een keer links zag ik hem liggen, tegen een grote heester. Hij lag op zijn rug, de armen gekruist voor zijn borst. Zou die ...?
Ik rende naar hem toe en legde twee vingers op zijn halsslagader. Meteen werd mijn hand gegrepen. Dood was hij dus niet.
'Kerel, ik dacht verdomme dat je een lijk was, ik schrok me een ongeluk.'
'Was ik maar een lijk want ik heb niets meer om voor te leven.'
Hij was gaan zitten en ik ging naast hem zitten.
'Wanneer ik jou zo eens bekijk, dan ben je een sterke kerel, een jonge veertiger zou ik denken. Hoe kan jij nou al dood willen zijn?'
'Omdat ik alles kwijt ben. Ik zit in een situatie waar ik niet uit kan, zie geen uitweg dan maar te gaan liggen en hopen dat het snel voorbij zal zijn.'
'Alles kwijt, zeg je. Heb je geen vrouw en kinderen?'
'Had ik. Een lieve vrouw en een mooie dochter. Kwijt.'
'Oh jeez kerel, wat ellendig. Ook geen werk misschien?'
'Had ik. Ik was manager bij een mooi bedrijf. Goed salaris, een mooie auto onder mijn kont, maar ook dat is allemaal kwijt.'
'Maar man, hoe kan je zoveel goeds opeens kwijt zijn?'
'Door een verkeerde weg in te slaan en er niet meer uit te kunnen komen.'
'Had je niet ergens om raad kunnen vragen? Een goede vriend, een collega of een dokter?'
'Daar was geen tijd voor. Alles gebeurde in de laatste drie dagen. Nu heb ik dus alleen mezelf nog en die zelf wil ik helemaal niet.'
'Dus je ligt hier al ...'
'Drie dagen, ja.'
'Maar je had toch iets kunnen doen om uit jouw situatie te komen?'
'Dat deed ik ook, de eerste dag en een deel van de tweede. Maar iedere keer liep ik weer stuk. Ik gaf het toen maar op.'
'Zoekt er dan helemaal niemand naar je? Een vader of moeder, een tante of een nicht. Wie weet zoeken zij jou.'
'Die ben ik ook allemaal kwijt. Ik ben echt alleen op de wereld en mijn enige bezit is de kleding die ik draag.'
'Ik zocht jou niet, maar ik vond je wel. Toeval bestaat, heus.'
Ik was gaan staan en merkte dat het zitvlak van mijn broek nat was, ochtenddauw waarschijnlijk. Ik wilde hier weg, maar kon die stakker niet aan zijn lot overlaten.
'Ik heet Henk. Ik vond jou en ik zal je terugbrengen. Jij kan de weg niet vinden, maar ik wel. Kom!'
Hij deed en poging om op te staan. Ik moest hem er even bij helpen. Hij had dagenlang niet gegeten en hing als een natte vaatdoek met een arm om mijn schouders.
'Hoe kan jij de weg weten Henk?'
'Door schade en schande, mijn vriend. Ik ging ook vaak het verkeerde pad op, maar ik wist uiteindelijk altijd de juiste te vinden. Nu, na veel pogingen, weet ik precies hoe ik moet wegkomen uit een situatie als deze, en dus ook de jouwe.'

We liepen langzaam. Hij schonk geen aandacht aan de weg waarover ik hem leidde. Het stoorde mij niet, want ik wist dat hij zich nooit meer in een situatie als deze zou bevinden. We schuifelden links, tweede rechts, weer rechts en links aan het einde. Geen enkele keer nam ik het verkeerde pad en, na nog een keer rechts en een keer links stonden wij in de wijde wereld. De man zonk op zijn knieën, haalde diep adem.
'Je gaf mij mijn leven terug, Henk. Ik dacht dat ik alles kwijt was, jij gaf me dat alles terug.'

Ik zag een taxi aankomen en stak mijn arm in de lucht.
'Heb je geld bij je?'
'Zat. Hoeveel wil je hebben, noem me jouw prijs!'
'Geld, prijs? Ik wil alleen een belofte van je, helemaal gratis.'
'Wat het zal zijn, ik beloof het je Henk.'
'Beloof me dat je nóóit meer een doolhof binnenloopt!'

Ik zag de taxi wegrijden en bedacht me opeens dat ik zijn naam niet kende.

© Copyright Irene O.

Ingezonden door

Irene O.

Geplaatst op

23-03-2018

Over dit verhaal

de enige goede weg is de juiste weg

Tags

Links Rechts Verloren