wakker worden
De ochtend nadat ik mezelf had vermoord, werd ik wakker.
Werd ik wakker in m'n bed met het geluid van vogels.
Lichte zonnestralen vielen op mijn lakens.
De ochtend nadat ik mezelf had vermoord, maakte ik ontbijt.
Ik maakte ontbijt, een eitje, en wat melk.
Ik las het verhaal over mij in de krant.
De ochtend nadat ik mezelf had vermoord, liep ik naar de tuin.
In de tuin, daar zat mijn vader. Op de stoel.
Hij zat te rouwen om mijn dood.
De ochtend nadat ik mezelf had vermoord, keek ik naar mijn moeder. Ik keek naar mijn moeder, hoe ze zat op de vloer van mijn kamer.
Ze keek naar oude foto's van mij, en had mijn ketting in haar hand. De ochtend nadat ik mezelf had vermoord, liep ik buiten een rondje.
Ik liep buiten, in de zon.
Ik keek door het raam van een school, en zag daar mijn zusje in de les. De lach die bijna op haar gezicht leek vastgeroest was weg.
De ochtend nadat ik mezelf had vermoord, werd ik verliefd.
Ik werd verliefd op de bloemen, op de mensen en op de zonnestralen.
Ik werd verliefd op het gras, op de druppels aan de takken, en de tranen van m'n ouders.
De ochtend nadat ik mezelf had vermoord.
Had ik spijt.
© Copyright maureen
Ingezonden door
maureen
Geplaatst op
04-04-2016
Over dit verhaal
laat dit een les zijn.