Trein
Een harde wind in m'n gezicht.
Het staat stil, en ik stap in.
Ik heb al die tijd naast een vrouw gezeten.
Een jonge, mooie vrouw.
Lang, donker haar, dat had ze.
Verder gewoon een vrouw.
Ze liep met me de trein in, en ging aan de
rechterkant van het gangpad bij het raam zitten.
Ik zat aan de linkerkant, ook bij het raam.
We keken allebei een beetje naar buiten.
"Station Hoorn!" Klonk het een halfuurtje later door de trein
Het leek alsof alle kleur in haar gezicht wegtrok
toen de man dat door de intercom riep.
Ze stapte uit.
Ik ook.
Ze liep snel, en automatisch begon ik dat ook te doen.
Ze liep langs de voorkant van de trein naar het einde van het perron.
Daar bleef ze staan.
Gevaarlijk dichtbij de rand.
Niemand viel haar op, maar ik stond nu ongeveer 3 meter van haar af.
Ik stond dichtbij genoeg om een traan over haar wang te zien lopen.
Ik wist wat ze van plan was.
Ik hielt haar niet tegen.
Ze keek naar me om, blijkbaar wist ze dat ik achter haar stond.
Het laatste wat ik zag waren haar rode ogen.
Een fluit van de trein, de deuren gingen dicht.
Het zou nu gaan reiden.
We sprongen samen.
Het voelde als jezelf losrukken van alles wat je tegenhield
Dit is wat zijn wilde,
En dit is wat ik wilde.
Nu vliegen we ergens.
© Copyright maureen
Ingezonden door
maureen
Geplaatst op
09-02-2016
Over dit verhaal
Bedacht en geschreven toen ik zelf in een trein zat