Strandjutten

Een naamloze gestalte speurt door elke seizoen want zo nu en dan spoelen ogen aan. Korrels ontvangen ze met open armen.
Schat zoeken naar ogen- blikken. Blikken die sporen zullen achterlaten. Ze liggen –normaal- zo voor het oprapen, terwijl een wind van meeuwen boven zijn hoofd paren. Sporen die tastbaar zijn, kijken verder. Verder om een weg te vormen dwars door een zee van mensen. Mensen die hij ooit zal gaan ontmoeten.

Nu alleen ruikt het hier naar dode vis, een geur van ongelukkige ogen- wensen. Zal hij ze oprapen? Het strand is levens wijd en breed. Elke stap verder is een stap verder weg van waar hij nu is. Hij raapt ze even op. Kust ze met zijn handen schoon, en legt ze terug. Terug voor hen, die net als hij, achter elke vondst een ogen- blik van betovering ervaren.

Er steekt een hevige storm, over het water. Tijd om naar binnen te vluchten. Als in de luwte van alledag is gaan liggen, dan zal hij verder gaan.

© Copyright Rudolf

Ingezonden door

Rudolf

Geplaatst op

12-12-2012

Tags

Ogen Zee