Korte verhalen

Zet ook uw verhalen op 1001KorteVerhalen.nl

Heeft u nog geen account? Meld u gratis aan!

Print dit gedicht

onverwacht part 5

‘Sorry Meneer ik heb geen pen bij me.’ zegt Olivier tijdens de engelse les.
‘Dan moet je er maar eentje regelen, Olivier.’ zegt Meneer Brooks chagrijnig.
Olivier draait zich naar me toe. ‘Heb jij misschien nog een pen?’ hij lacht lief.
‘Nee sorry, ik heb er maar één.’ antwoord ik.
‘Je mag mijn pen wel lenen.’ horen we achter ons. Verbaasd kijken we naar Rosa die sinds een paar weken achter ons zit. Ik heb haar nooit gemogen omdat ze voordat ik Olivier kende, altijd stomme opmerkingen tegen me maakte. En Olivier vind dat ze zo uit de hoogte doet.
‘Hier’ ze geeft Olivier een pen, die hij per ongeluk laat vallen.
‘Doe er wel voorzichtig mee hoor!’ zegt Rosa.
‘Wat? Is hij van goud of zo?’ zegt Olivier sarcastisch terwijl hij de pen oppakt.
Ik lach en ben benieuwd wat Rosa daarop gaat zeggen.
‘Nee natuurlijk niet hij is van zilver, lach niet stom mens.’ ze kijkt me heel boos aan waardoor ik nog harder moet lachen.
Dan opeens, uit het niets schreeuwt Meneer Brooks door de klas ‘Stilte, aan het werk!!!’
Als de laatste bel gaat loop ik naar buiten en zie Olivier bij zijn fiets staan. Hij kijkt zoekend rond. Als hij me ziet zwaait hij en lacht. Ik loop rustig op hem af en als ik bijna bij sta zegt hij ‘Heb je iets te doen?’
‘Nee?’ zeg ik nieuwsgierig.
‘Zullen we naar het parkje gaan?’ vraagt hij hoopvol.
‘Leuk!’ zeg ik.
Olivier springt opgelucht op zijn fiets en klopt op zijn bagage drager.
‘Kom, ga zitten.’ zegt hij lief.
Ik lach naar hem en ga zitten. Terwijl hij naar het parkje fietst vraagt hij ‘Heb je eigenlijk een fiets?’
‘Nee, moet dat dan?’ antwoord ik.
‘Nee hoor, ik was alleen nieuwsgierig. Moeten we hier links of rechts?’
‘Ach, weet meneer de weg nog niet?’ vraag ik lachend.
‘Nee sorry, zo slim ben ik nou ook weer niet!’ hij moet ook lachen.
‘Je moet naar rechts.’ zeg ik. Ik kijk naar zijn zwart krullende haar dat grappig op en neer springt in de wind. Net op dat moment kijkt hij om, en ziet dat ik naar hem kijkt. Hij lacht zijn perfect witte tanden bloot.
‘Zit je nog goed?’ zegt hij terwijl hij me nog steeds aankijkt.
‘Ja hoor.’ zeg ik en geschrokken ‘Kijk uit!!’ Omdat hij bijna tegen een oud mannetje opbotst die midden op de weg loopt. Olivier maakt een bochtje om de man heen en fietst weer veder.
‘He, jongelui kijk een beetje uit waar je fiets. Heb respect voor de ouderen!!!!!’ zegt het mannetje met een heel boos gezicht en daar achteraan. ‘De jongelui ook van tegenwoordig, tssss!!!’’
Als we de straat uit zijn gereden kijkt Olivier me aan. Tegelijk moeten we alle twee lachen. ‘Olivier, wat deed je nou?!’ zeg ik nog steeds lachend.
‘Sorry, ik was afgeleid.’ zegt hij alsof dat alles zou verklaren.
‘Door wat dan?’
‘Nou door jou, natuurlijk.’zegt hij en begint te blozen.
Waarop ik ook ga blozen.‘Dank je, denk ik.’zeg ik verlegen.
Hij lacht naar me en kijkt dan weer waar hij fietst. We komen bij het parkje aan en ik laat me van de bagage drager af glijden. Het is een zonnige dagen, nogal heet. Wat best raar is want de laatste dagen regent het verschrikkelijk. Gelukkig is het bijna zomer, dan gaat eindelijk de zon weer wat vaker schijnen, denk ik.
‘Heb jij het ook zo heet?’ vraag ik aan Olivier.
‘Ja’ zegt hij grijnzend ‘Daar is maar een ding aan te doen.’
‘Wat dan?’
‘Dit!!’ hij trekt zijn shirt, schoenen en sokken uit en springt de vijver in. Als hij boven komt en mijn geschrokken gezicht ziet zegt hij ‘Wat is er? Kom er ook in.’ en duikt het water weer in. Langzaam trek ik mijn schoenen, sokken en vest uit en spring het water in. Als ik weer naar boven kom kijkt hij me verwondert aan, lacht. Opeens staat hij zo dichtbij me dat er niemand meer tussen ons zou kunnen staan. Mijn hart staat een paar seconde stil en begint dan sneller te kloppen. Verlegen kijk ik weg. Hij pakt voorzichtig met één hand mijn kin vast en draait hem zijn kant op. Hij is een kop groter als mij dus ik moet omhoog kijken om hem aan te kunnen kijken. Hij zegt met glinsterende ogen ‘Niet afgezaagd bedoelt maar je bent echt het mooiste meisje dat ik ooit heb gezien.’ hij lacht lief, zoals hij altijd doet.
Ik raap snel mijn moed bij elkaar en zeg ‘Niet afgezaagd bedoelt maar je bent echt de knapste jongen die ik ooit heb gezien.’ Ik loop door het water een stukje dichter naar Olivier toe. Mijn lang, witte jurk plakt tegen mijn benen. Ik zet nog een stap maar struikel. Terwijl ik naar voren val pak ik hem in een reflectie bij zijn arm. Hij schrikt en valt naar achter. Snel hou ik hem tegen en trek hem omhoog. Hij grinnikt ‘Zo jij bent snel zeg, heb je dat van je ouders geleerd ofzo?’
‘Eh, nee.’ zeg ik aarzelend en besluit om het maar meteen te zeggen. ‘Ik heb geen ouders.’ Eigenlijk best vreemd we hebben over bijna alles gepraat behalve onze ouders.
Hij kijkt me aan met de schrik in zijn ogen. Wat ik echt verschrikkelijk vind om te zien. ‘Sorry dat ik er over begon, het spijt me.’
‘Dat maakt niet uit, je kon het niet weten. Hoe zit het met jouw ouders?’
‘Mijn vader is hardloper, jammer genoeg ben ik niet zo snel als jouw. Dat verwachten mensen namelijk wel van me. Met een vader die hardloopt.’
‘En je moeder?’
‘Mijn moeder is twee jaar geleden overleden bij een auto ongeluk. M’n vader zat naast haar in de auto. Hij zegt dat het zijn schuld was dat ze tegen een andere auto opbotste. Hij zegt dat hij mijn moeder afleidde, terwijl ze op de weg had moeten letten, want ze keek naar hem. Ze vond het altijd onbeleeft als je niet naar iemand keek als diegene praatte.’
‘Hoe gaat het nu met hem dan?’
‘Het eerste jaar was verschrikkelijk, mijn vader ging er kapot aan. Daarna ging het langzaam steeds beter. Hij ontmoette Marian en werd weer gelukkig. Marian hielp hem zijn verdriet te verwerken, ze werden verliefd. Hij ging weer
hardlopen want dat deed hij voor het ongeluk ook altijd. Om helemaal opnieuw te beginnen zijn we nu bij haar ingetrokken. Ze is heel aardig maar ik kan haar nog niet als mijn eigen moeder zien. Alles gaat nu eigenlijk wel weer goed’ zegt hij en lacht.
‘En hoe ging jij er mee om?’ vraag ik
Hij kijkt me verbaasd aan. ‘Dat heeft nog niemand aan me gevraagd. Ze vroegen altijd hoe het met mijn vader ging, niet hoe het met mij ging. Ik vond het verschrikkelijk natuurlijk. Ik vond het zo vreemd dat ze er niet meer was. Maar ik moest snel veder gaan. Mijn vader helpen met het huis houden enzo. Mijn vrienden zag ik niet meer, maar nu kan ik opnieuw beginnen.’ zegt hij een beetje somber.
Ik kijk hem in zijn ogen en geef hem mijn hand, die hij gelijk pakt. Gelukkig lacht hij dan weer.
We schrikken als we Roza achter ons horen roepen ‘Ach, zie ze nou schattig bij elkaar zitten.’ Snel draaien we ons om.
Achter ons staan Roza en een paar van haar vrienden uit andere klassen.
‘Wat moet je Roza?’ vraagt Olivier geïrriteerd
‘Wat moet jij met haar, Olivier?’ zegt Roza wijzend naar mij.
‘Je bent gewoon jaloers, ga nou maar weg.’ zegt Olivier kalm.
‘Waarom zou ik jaloers zijn op dát.’ nog steeds wijzend naar mij.
‘Omdat ze heel ze heel knap en lief is, en jij bent een kreng.’
‘Heel erg bedankt.’ zegt Roza met een nep lachje.
‘Graag gedaan.’ zegt Olivier op dezelfde toon.
‘Ga jullie gang jongens!’ roept Roza naar twee jongens. Ze lopen op me af en pakken me stevig vast zodat ik niet weg kan lopen. Olivier kijkt eerst mij en dan Roza, geschrokken aan. ‘Laat me los!!’ schreeuw ik.
‘Haha, mocht je willen!’ zegt het meisje dat naast Roza staat toe te kijken.
‘hé, ben je doof of zo, laat haar los!’ Olivier loopt naar me toe en probeert de jongens van me af te duwen, maar ze zijn veel breder en groter dan hem en hij valt op de grond. Een derde jongen houd hem vast zodat hij me niet meer kan helpen.
‘Doe het maar jongens!’ zegt Roza tegen de twee jongens die mij vast hebben.
De een begint in de hoogste boom te klimmen met mij op z’n rug. Ik heb al heel mijn leven last van hoogtevrees. Heel erg last van hoogtevrees. En dat weet Roza.
‘Laat me gaan, alsjeblieft.’ fluister ik tegen de jongen en ik grijp hem stevig vast.
‘Sorry, kan ik niet.’ fluistert hij terug.
‘Hoezo niet?’
‘Dan heb ik Roza straks tegen me.’
‘Hoe heet je eigenlijk?’ vraag ik terwijl ik mijn ogen stijf dicht knijp en niet probeer te denken aan de feit dat ik zo naar beneden kan vallen.
Hij aarzelt even en zegt dan ‘Ik heet luke en ik zal er voor zorgen dat Olivier je straks uit deze boom haalt.’ Als ik even me ogen open doe zie ik dat we bijna boven zijn, zo twee meter van de grond. Ik geef een gilletje en grijp Luke nog steviger vast. ‘Het komt wel goed, ik laat je niet vallen.’ fluistert hij.
‘Schiet op!!’ roept Roza van beneden. Luke zet me op de hoogste tak en zegt dat ik me goed vast moet houden. Dan klimt hij snel naar beneden en gaat naast Roza staan. ‘Doei.’ zegt ze en lacht gemeen. Dan loopt ze weg samen met haar vrienden en als ze even niet kijkt fluistert Luke nog iets tegen Olivier en loopt dan gauw Roza achterna. Ik probeer niet naar beneden te kijken en sluit mijn ogen, hoppend snel wakker te worden. Ik weet niet hoelang ik zo zit maar ik schrik op van Olivier ‘Kom ik help je naar beneden.’ ik voel zijn arm om mijn schouders, als ik beneden ben barst ik in huilen uit. Ik sla mijn armen om Oliviers nek en hij pakt me stevig vast. Zo blijven we staan tot het donker is.

Toevoegen aan favorieten

Ingezonden door

merel14

Geplaatst op

28-11-2012

Geef uw waardering

Er is 4 keer gestemd.

Social Media

Tags

Liefde

Reacties op ‘onverwacht part 5’

Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit verhaal, een reactie plaatsen kan hieronder!

Reageren

We gebruiken uw gegevens alleen om te reageren op uw bericht. Meer info leest u in onze Privacy & Cookie Policy.

Wilt u direct kunnen reageren zonder elke keer naam en e-mailadres in te voeren? Meld u hier aan voor een account!



Merknamen en domeinnamen eigendom van Internet Ventures Ltd - website via licentie in beheer door Volo Media Ltd