Een slimme aap

Iedereen heeft wel eens een aap gezien, in een dierentuin of op een plaatje. Vaak zal je dan gedacht hebben: gossie, het lijken wel kleine mensjes. Alle mensen zullen dat denken. Er zijn veel soorten apen en de kleintjes zou je zo mee naar huis hebben willen nemen, als een broertje of een zusje om mee te spelen. Jammer, maar dát kan natuurlijk niet. Want, al lijken ze op mensen met hun leuke koppies, met armen en handen, benen met voeten, het zijn natuurlijk geen mensenkinderen. Er is ook een soort dat mensapen genoemd wordt, maar die zijn zo groot, die neem je liever niet mee naar huis.
Apen hebben geen namen. Jij heet misschien wel Roy, of Peter, of Marianne, maar omdat apen niet kunnen praten hoeven ze ook geen naam te krijgen van hun moeder. Wanneer jouw moeder "Roy" roept, dan weet je dat je moet komen. Een moederaap geeft een schreeuw en haar kind weet dat zijn moeder hem roept. Zo gaat dat in de natuur. Geen enkele vis of olifant, of welk dier dan ook, heeft een naam.
Ja hé zeg, denk je dan misschien: hier in Nederland hebben dieren wel een naam gekregen. Je hebt gelijk, dieren die in een dierentuin leven hebben van hun verzorgers wel een naam gekregen en omdat dieren veel slimmer zijn dan wij denken, leren zij die naam ook en komen ze wanneer ze geroepen worden.

De slimme aap waarover ik je zal vertellen woont in een land ver weg, waar wouden zijn. Je weet wel, heel veel bomen en struiken bij elkaar. De apenfamilies leven er vrij en blij en vinden ook hun eten in die grote bossen: bessen en andere vruchten en boomblaadjes die apen ook wel lekker vinden. Op een dag, en ik noem het een erg slechte dag, hoorden de apen veel lawaai.

Hun grote bomen werden omgezaagd en op vrachtwagens weggebracht. Je kunt je wel voorstellen dat alle apen erg schrokken. Iedere dag lawaai en bomen die omgezaagd werden, net zo lang tot er nog maar een paar stonden. Eten was er toen niet meer voor hen te vinden en de apen gingen weg, ze gingen naar plaatsen waar mensen wonen. Tja, ze hadden zo'n honger dat ze dachten: waar mensen zijn is ook eten te vinden. Eerst vonden de mensen dat niet zo erg. Wanneer er een aapje in hun tuin kwam dan gooide men een appel naar hem, of een banaan. Maar ... apen hebben apenstreken. Wanneer ze geen eten kregen gingen ze het gewoon stelen. Dan gingen ze het huis binnen en pikten alles wat ze konden eten. Toen vond niemand ze meer leuk en iedereen jaagde ze weg. Van de tuinen gingen de apen de stad in.

Het is een mooie oude stad waar mensen graag komen. Niet alleen de mensen die in dat land wonen, maar ook mensen uit veel andere landen. Toeristen worden die genoemd. Je weet wat een toerist is? Nee? Nou, wanneer jij met je papa en mama naar een warm land reist om lekker aan een strand te luieren en in de zee te zwemmen, nou dan ben je een toerist.

Het wordt nu tijd dat de slimme aap een naam gaat krijgen. Ik kan er maar eentje bedenken: Pet. Ga nou niet lachen, want een naam als Pet bedenk je niet zomaar.
Wel, het was mooi weer, de zon scheen en het was erg warm in dat verre land. Bijna alle vrouwen droegen een hoedje en alle jongens en mannen een pet. De slimme aap zat op een oude muur en keek naar al die mensen. Hij had eigenlijk wel trek in een ijslolly, maar omdat het erg warm was hoefde niemand zo'n lolly. Stel je maar voor: die was al gesmolten voordat er lekker van gesmikkeld kon worden. Toen zag hij de jongen en opeens - tja, je weet nooit wat er in een apenkop bedacht wordt - rende hij razendsnel van de muur, nam op het laatst een sprong en pikte de rode pet van het hoofd van de kleine jongen en zette die op zijn eigen kop. Hup, weg was hij weer, hoog op de muur met de rode pet op. Oh ja, de mensen lachten erom, maar het jongetje niet. Op zijn pet stond een grote letter A, een mooie letter. Hij had hem voor zijn verjaardag gekregen. Arjan, zo heette die jongen die uit Nederland kwam, begon te huilen en riep naar Pet dat hij zijn verjaardagspet terug wilde. Aap Pet bleef zitten waar hij was.
In die zomer leerde Pet dat hij een bijzondere aap was. Hij bleef die rode pet maar dragen en de mensen vonden dat zo leuk dat ze met hem op de foto wilden. Dan stonden ze bij de muur en hielden een banaan of een andere vrucht omhoog. 'Kom Pet' riepen ze dan. Eerst kwam Pet wel, maar toen hij op een dag een reep chocolade kreeg en die zo heel erg lekker vond, wilde hij geen fruit meer.
Hij werd een vervelende aap.
Slim, oh ja, erg slim, maar ook erg vervelend voor de toeristen. Hij pakte húp een broodje uit de hand van een mevrouw, snoep uit de handen van de kinderen, een keertje de sigaar uit de mond van een meneer, maar nadat hij er een hapje van had genomen spuugde hij het uit en gooide de sigaar weg.
De stad zette een groot bord bij de muur waar Pet meestal zat. "Geen eten meenemen naar deze plaats". Pet kon natuurlijk niet lezen, maar er viel opeens voor hem heel weinig te pikken. Er kwam een dag dat hij zoveel honger had, dat hij op zijn muur naar beneden keek en nadacht. Wat hij toen bedacht ... ja, hij was niet voor niets een erg slimme aap.
Nu is er iets dat ik je nog niet verteld heb: apen hebben een heel goede neus! Jaja, een platte neus, maar wat die kan ruiken ... je gelóóft het niet. Wanneer hij op zijn muur naar de mensen keek, dan wist hij: die man heeft nootjes in zijn zak, of: die mevrouw heeft lekkere snoepjes in haar tas. Hij dacht nog meer: hoe kan ik die te pakken krijgen, ik wíl ze zo graag! Ach kinderen, soms zijn apen echt als mensen, maar dan wel als kleine boeven. Die snoepjes van die mevrouw ... oh zó lekker wist hij dat hij ze bijna kon proeven. Hij klom razendsnel van de muur, nam een sprong en pakte de zonnebril van de neus van de mevrouw en klom ermee op de muur. De mevrouw was eerst geschrokken en werd toen erg boos. Ze liep naar de muur en strekte haar hand uit. Pet, op de muur, wilde die bril helemaal niet, hij wilde de snoepjes. Langzaam kwam hij een stukje naar beneden, in zijn hand de bril. Hij strekte zijn arm uit, alsof hij haar die bril terug wilde geven. Haar lege hand strekte zij ook uit, maar Pet bleef zitten. Een slimme man en echt geen aap, zei: 'Mevrouw, het lijkt alsof hij u die bril wel terug wil geven ... voor iets anders.' De mevrouw nam het zakje snoepjes uit haar tas en legde het op een steen in de muur. In een flits was Pet beneden, greep het snoep en legde de bril ervoor in de plaats. Dat was leuk vonden de mensen, maar voor eventjes, want Pet kon er niet genoeg van krijgen. Hij pikte portemonnees uit de zakken van de mannen, ook een keer een mooie halsketting van een meisje. Hij gaf alles weer terug, tegen snoep en ander lekkers. Men klaagde bij de stad en op een dag kwamen mannen van de gemeente die Pet vingen.

Hij werd naar een stuk van het land gebracht waar nog wouden zijn. Mócht je er ooit eens komen, kijk dan uit voor een aap met een rode pet met een mooie letter A erop. Oh, even een weetje: apen houden helemaal niet van kauwgom.

© Copyright Irene O.

Ingezonden door

Irene O.

Geplaatst op

03-02-2018

Over dit verhaal

Ze lijken zo lief, maar pas op

Tags

Aap Ondeugd