black eyed kids

Verdomme 7 uur en nu pas thuis. Daisy opent haar koelkast en trekt een fles cola en een fles whisky tevoorschijn. Ze loopt naar de wasbak en trekt een glas van het aanrecht, vluchtig gooit ze wat afwas aan de kant en spoelt het glas even om. De laatste paar dagen heeft ze echt nergens tijd voor gehad, de afwas staat al 3 dagen, ze heeft van de hele week was liggen en ze moet nodig boodschappen doen. Helaas is de griep periode weer aangebroken en is zij de enige die niet plat op bed is geëindigd. Als ze neerploft op de bank zet ze haar laptop aan om de website van haar favoriete pizza tent een bestelling te plaatsen. Nadat de bestelling geplaats is klapt ze haar laptop dicht en gooit ze haar glas half vol meet whisky en vult deze aan met cola, dat heeft ze wel verdient vandaag. Ze aan om te kijken of er nog nieuws. Het nieuws is helaas net afgelopen maar politie op de hielen start. Ze zet haar glas aan haar mond en slikt gulzig een half glas achter over. Als ze het glas weer aan haar lippen zet gaat de deurbel, de pizza koerier is erg snel vandaag. Ze staat op en knipt het licht in de gang aan als ze zich naar de voordeur snelt. Terwijl ze de deur opent grabbelt ze in haar jaszak naar haar portemonnee, een momentje zegt ze tegen de deuropening gericht op de pizza koerier. Als ze haar gezicht naar de deur draait staat daar niet zoals verwacht een pizza koerier. Ze moet een stukje omlaag kijken om tot haar verbazing 2 kleine kinderen te zien. In de deuropening staan 2 kleine kinderen, een jongentje van een jaar of 5 en een meisje van hoogstens 10. Beide kinderen kijken omlaag alsof ze zich schamen. Stamelend vraagt Daisy of ze de kinderen kan helpen. Beide kinderen blijven omlaag kijken en het meisje vraagt op een fluisterende toon; Sorry mevrouw, mijn broertje en ik zijn onderweg naar onze oma maar hij moet nodig plassen. Een vreemd, angstig gevoel kruipt bij Daisy door haar nek omhoog, wie laat kinderen van deze leeftijd nou rond dit tijdstip in het donker nog naar hun oma lopen? Snel schrik Daisy weer wakker uit haar bezorgde gedachten, tuurlijk, zegt ze tegen de kinderen, kom snel binnen. Beide kinderen stappen binnen, nog steeds naar de grond kijkend. Waar moeten jullie naar toe, vraagt Daisy terwijl de kinderen de gang in lopen. Naar onze oma, antwoord de jongen op monotone toon zonder weg te kijken van de vloer. Waar woont jullie oma, vraagt Daisy door. Verderop is het enige antwoord wat ze van het meisje krijgt. Beide kinderen lopen beide stug door de gang richting de keuken, alsof zij de weg in het huis al kennen. De wc is de 2de deur in de keuken, tegenover de koelkast, roept ze het jongetje na als hij de keuken in verdwijnt. Het meisje is ondertussen de woonkamer al in gelopen zonder een woord te zeggen of haar blik van de grond af te wenden. Gaat het wel goed met jullie, vraagt Daisy terwijl ze haar pas versnelt om het meisje de woonkamer in te volgen. Verschillende gedachtes schieten door haar hoofd, wie zijn deze kinderen, hoe weten zij hun weg zo goed in haar huis, waarom kijken ze niet op en antwoorden ze zo kort af? Als ze haar woonkamer in stapt kijkt ze rond, waar is het meisje gebleven?! Ze knippert met haar ogen, maar het meisje is niet in de woonkamer. Ze loopt naar de tuindeur toe, misschien is het meisje de tuin in gegaan? Beide knippen zitten nog op slot, het meisje kan niet naar buiten zijn gegaan, ze is lang niet groot genoeg om de bovenste knip te komen om de deur te kunnen openen. Een paniek gevoel neemt bezit van haar, waar is het meisje opeens heen. Met een snelle pas loopt ze door de gang naar haar keuken, de jongen, die is naar de WC, er zijn daar verder geen ramen of deuren dus hij moet nog in de keuken of op de wc zijn! Als ze de keuken binnen loopt stapt ze direct op de wc deur af, deze is niet op slot. Ze klopt op de deur, ben je daar, roept ze. Er komt geen reactie, nogmaals klopt ze op de deur, als je nu niet antwoord open ik de deur! Maar nog steeds geen reactie. Ze pakt de hendel van de deur en zwaait de deur open. Ook het jongetje is weg. Ze loopt terug haar gang in en roept. Hallo, kinderen, waar zijn jullie! Haar hart slaat een slag over als de deurbel gaat, ze staat als een kat aan de grond genageld. Als de deurbel nogmaals gaat draait ze zich om en snelt naar de voordeur, is het iemand voor de kinderen? Met een ruk opent de ze de deur, het is de pizza koerier die haar vriendelijk begroet. Met haar mond open staart ze de jonge man aan die voor haar deur staat. Een pizza geitenkaas, vraagt de jongen haar verbaasd. Ja, die is voor mij, stamelt Daisy. Ze draait zich om om haar portemonnee weer van het kastje te pakken om de koerier te betalen. Terwijl ze het geld uit haar portemonnee vist vraagt ze de pizza koerier of hij toevallig 2 jonge kinderen in de straat heeft zien lopen. De pizza koerier lacht vriendelijk naar haar en antwoord beleefd dat hij geen kinderen is tegen gekomen op deze koude winter avond. Ze bedankt de pizza koerier terwijl ze hem het geld geeft. Houd het wisselgeld maar voegt zij er aan toe. De koerier bedankt haar en wenst haar een fijne avond. Als ze de deur sluit blijft ze er bevroren tegen aan staan. Die kinderen, heeft zij het zich verbeeld? Is het de whisky cola die verkeerd gevallen is? Op haar tenen sluipt ze door de gang met de pizza doos in haar handen als f ze er ieder moment iemand mee kan slaan. De keuken ziet er verlaten uit zoals altijd, ook checkt ze de deur naar de slaapkamer die nog steeds dicht zit. Als ze de deur opent is ook de slaapkamer een lege puinhoop, zoals de afgelopen weken gewoon is. Terug aangekomen in de keuken is ook deze leeg. Nog steeds stijf van de schrik kruipt ze op de bank, angstig om zich heen kijkend. Politie op de hielen speelt zich af op haar tv verder is er geen beweging om haar heen te zien. Haar honger is ondertussen weg en een gevoel van hoofdpijn neemt bezit over haar hersenen. Ze pakt de afstandsbediening van de tafel en houd hem als een wapen tegen zich aangedrukt. Als ze weer een beetje normaal durft te ademen pat ze haar telefoon en belt haar vader. Zonder over te gaan hangt de telefoon zichzelf op, ze kijkt naar wat er mis is met de telefoon. Ze heeft geen enkel streepje bereik, wel werkt de WIFI. Ze besluit haar vader een bericht te sturen om te vragen of hij langs kan komen. De vinkjes naast haar bericht springen al snel op blauw en ze ziet daar haar vaderhaar terug bericht, gelukkig reageert hij altijd erg snel. Nadat haar telefoon een ping geeft verschijnt het bericht van haar vader in beeld. Sorry, ik kan nu niet komen, ik ben met oom Nick in Amsterdam. Verdomme fluistert ze in zichzelf. Na nog een Ping verschijnt weer een berichtje. Ik probeer je te bellen maar je neemt niet op, ben je oké? Ze zucht en typt terug, ik ben oké, veel plezier daar en doe oom Nick de groetjes. Vluchtig met nog steeds een angst gevoel kijkt ze om zich heen, haar huis ziet er nog steeds zo uit als altijd, geen kinderen of iets te bekennen. Het zal vast door de whisky komen houd ze zichzelf voor. Ze staat op, nog steeds met de afstandsbediening in haar hand geklemd. Ze grist haar glas van tafel en loopt naar de keuken om het restje whisky cola weg te spoelen. Ze zet het lege glas op het aanrecht en loopt door de gang terug naar de woonkamer waar ze het slot op de deur controleert, de tv uitzet en het licht volledig op dimmen draait. Ze loopt door de gang naar haar slaapkamer, grist een pyjama van de berg met schone was en stapt de badkamer binnen. Ze draait de douche aan en begint zich uit te kleden. Onder de douche geniet ze van het warme water. Als ze haar haren inzeept begint het douchewater af te koelen, snel draait ze de kraan op heter maar het water blijft afkoelen. Met een snel tempo is het water ijskoud en springt Daisy verschrikt onder de douche vandaan. Ze draait de kraan volledig op zijn heets maar het water wordt niet meer warm. Daar staat ze dan, haar vol met zeep zonder warm water, ze slaat een handdoek om haar heen en loopt via de slaapkamer terug naar de keuken, boven de kraan kijkt ze of de vlam van de boiler nog brand. De vlam schijnt inderdaad uit te zijn, vreemd, dit gebeurd niet vaak. Ze pakt een doosje lucifers en steekt de vlam op nieuw aan. Snel loopt ze terug naar de douche om het zeep uit haar haren te spoelen. De douche heeft even nodig om warm te orden maar daarna is het weer genieten van het water. Als ze haar tanden heeft gepoetst draait ze de kraan dicht, droogt zich af en kleed zich aan. Snel duikt ze het bed in en valt in een diepe slaap.



Het is nog donker als Daisy wakker wordt. Ze draait zich op haar andere zij en kijkt naar de klok. 03:00 geeft deze aan. Kan ze een keer uitslapen wordt ze om 3 uur in de nacht wakker. Ze draait zich weer terug op haar andere zijde en besluit om verder te slapen. Ze opent haar ogen als ze denkt een soort giechel te horen. Ze spits haar oren en luistert maar alles blijft stil. Ze draait zich nog maar een keer om en sluit haar ogen weer. Weer hoort ze een soort gegiechel en ze schiet over eind in haar bed. Aandachtig spitst ze haar oren, ze is nu klaar wakker. Angstig zit ze overeind in haar bed en het gegiechel klinkt weer. Zonder adem te halen richten haar ogen zich op de deuropening waar het licht van de gang door naar binnen valt. Het blijft even stil. Met schokkende adem zet ze voorzichtig haar benen naast haar bed en staat op. Het is vreemd koud in de kamer, alsof er een raam of deur ergens open staat. Ze sluipt richting de gang waar het gegiechel vandaan kwam. Een schaduw flitst van lang het licht van de gang, Daisy schrikt en strompelt een paar passen achter uit. Snel stapt ze de badkamer deur naast haar in en draait deze op slot. Haar adem gaat als een razende, ze voelt het bloed suizen in haar oren, haar hart staat op exploderen! De kinderen, de kinderen van deze avond, ze zijn nog steeds in haar huis! Hoe kunnen zij zich zolang verborgen hebben gehouden, ze heeft alle kamers gecontroleerd, ze heeft geen kasten waar zij in passen! Haar mobiel, ze moet 112 bellen, waar is dat kreng! Ze grijpt naar de plek waar normaal haar zakken zitten. Misschien ligt hij in de slaapkamer naast haar bed aan de oplader. Ze drukt haar oor tegen de deur aan, er is geen geluid te horen. Na een minuut stil te hebben geluisterd besluit ze het er op te wagen en draait de deur van het slot. Ze opent de deur op een kier en kijkt de pik donkere kamer door. Het licht op de gang is uit waardoor er geen licht meer de kamer binnen valt. Haar ogen hebben een aantal seconde nodig om aan het donker te wennen maar de kamer ziet er leeg uit. Snel sluipt ze de slaapkamer binnen en zoekt in het donker op haar nachtkast naar haar telefoon, ze voelt het draad van de oplader en trekt er aan. Geen telefoon aan de oplader, ze moet hem vergeten zijn en in de woonkamer hebben laten liggen. Om in de woonkamer te komen moet ze door in het donker door de gang heen, de plek waar ze zojuist de schaduw zag, het gegiechel hoorde en waar plots het licht uit is. Weer houdt ze haar oren gespitst, buiten het suizen van haar bloed in haar oren is het muis stil. Op haar tenen sluipt ze de kamer door richting de deur. Voor de deur blijft ze nog even staan om te luisteren maar er komt nog steeds geen geluid. Ze zet haar hand tegen de deur aan om hem verder open te duwen als ze achter zich een lap hoort. Van schrikt springt ze de lucht in en draait zich om naar het geluid. Voor de badkamerdeur staat een kind, een jongen. De kamer om haar heen voelt nu volledig als een ijs grot en ze durft even niet te bewegen. Langzaam beweegt ze haar hand achter haar richt het touwtje om het licht aan te zetten. Als ze aan het touwtje trekt springt het licht aan, even is zij verblind door het licht maar als haar ogen gewend zijn ziet ze het kind nog steeds staan. Het gaat inderdaad om het jongentje dat ze eerder deze avond zag. Zoals eerder staart hij naar de grond en zegt niets, zijn gezicht gaat verscholen achter zijn half lange zwarte haar. Zijn armen hangen slap naast zijn lichaam en hij staat zo stil als een beeld. Met alle moed die ze in zich heeft recht Daisy haar rug en kijkt de jongen aan. Wat doen jullie nog hier vraagt ze de jongen. Haar stem piept en trilt en ze hoort zelf duidelijk de angst in haar stem. De jongen blijft staan en heft naar een paar seconde zijn hoofd langzaam op alsof hij tijd nodig had om haar vraag te verwerken. Onder het zwarte haar komt een rond bleek kinderen gezicht tevoorschijn. Daisy haar adem schokt in haar keel, ze voelt haar ogen groot worden en al haar spieren verstijven. Ze wordt overvallen door angst als ze de ogen van de jongen ziet. De ogen zijn zwart, als het wel ogen zijn, de kassen zouden ook gewoon leeg kunnen zijn. Er verschijnt een brede grijns op het gezicht van de jongen waarbij hij zijn sneeuw witte extreem rechte gebit vertoont. Daisy wil schreeuwen maar er komt geen geluid. De jongen blijft alleen maar roerloos staan met de grijns op zijn gezicht en 2 zwarte holen die branden in de haren. Dan kantelt de jongen zijn hoofd in een vreemde hoek op zij en loopt langzaam om Daisy af. Nog steeds overvallen van doodsangst draait Daisy zich om en sprint de gang op, met een flinke knal slaat zij de deur achter zich dicht en sprint de gang op weg naar de voordeur. Halverwege haar sprint moet ze een Noodstop maken. Voor haar voordeur staat het meisje. Haar nek is in een vreemde knik gebogen. Ook zij heeft een spier witte huid. Onder de lange zwarte haren is een zelfde brede grijns zichtbaar en 2 zwarte gaten die haar aanstaren. Langzaam loopt Daisy achter uit zonder het meisje uit haar zicht te verliezen. Wie zijn jullie weet ze uit te stamelen. Achter haar hoort ze weer gegiechel. Als ze zich omdraait staat ook de jongen achter haar. Ze kan niet naar de voordeur en ook niet naar de achterdeur, ze is ingesloten in haar eigen huis. De enige kamer die nu nog beschikbaar is dat is de keuken. Zonder te twijfelen stuift Daisy de keuken in, opent de wc deur en stapt naar binnen. Achter zich sluit ze de deur en draait deze op slot. Huilend van angst kruipt ze op de grond naast de wc. Ga weg, ga alsjeblieft weg, schreeuwt ze richting de deur. Gevoelsmatig zit ze uren in de kleine donkere ruimte naast de wc, ze durft haar ogen niet te openen, ze is misselijk en benauwd. Hoe lang gaat ze hier nog moeten zitten. gevoelsmatig na uren is ze eindelijk gestopt met huilen. Ze luistert maar er is weer geen enkel geluid te horen. Na gevoel uren te hebben geluisterd staat ze op. Ze raapt al haar moed bij elkaar. Het zijn kinderen! Zij is sterken als hun! Met een snelle sprint moet ze het naar haar voordeur redden, als dat stommer wijf nog steeds haar deur blokkeert kan ze met een flinke duw het kind gemakkelijk omgooien!

Na een diepe ademtuig draait ze het slot om en opent de deur. Zonder verder kijken, luisteren of nadenken trekt ze de snelste sprint die ze ooit gemaakt heeft. Ze knalt de voordeur open en rent op blote voeten in haar pyjama de ijskoude straat op. Politie bureau, dat is het enige waar ze nu heen kan. Zonder te stoppen rent ze naar het dichtbij zijnde politie bureau. Onderweg breekt ze weer in tranen uit maar ze blijft rennen. De kou heeft haar voeten gevoelloos gemaakt voor de scherpe stenen op straat, haar lijf staat in vuur en vlam door het rennen maar ze stopt niet.

De schuifdeuren van het bureau openen zich oor Daisy. Ze is moe, bang en haar longen en spieren doen zeer van het rennen. Ze stapt op de balie af waar een agent voorovergebogen zijn krant leest. Weer barst ze in tranen uit als ze da agent om hulp vraagt. Hysterisch in halve zinnen begint ze te vertellen maar de agent kijkt niet op van zijn krant. Ze stopt met huilen en kijkt de agent aan. Meneer, hoort u mij wel, vraagt ze half snikkend. Dan heft de agent langzaam zijn hoofd op. Zijn gezicht is bleek, hij grijnst. En zijn ogen…..die ogen.

© Copyright horrorchick

Ingezonden door

horrorchick

Geplaatst op

08-03-2015

Over dit verhaal

Hallo, mijn eerste verhaal hier! Laat vooral weten wat jullie er van vonden en of er iets aan verbetert moet worden!

Tags

Benjedaar Dejongen Dieisnaardewc Dieisvoormij Kinderen Tuurlijk